woensdag 15 oktober 2025

Albatros, Yorick Goldewijk

Niet vaak werd ik zo gegrepen door een boek als door Albatros van Yorick Goldewijk. Uiteraard door de inhoud, daarover straks meer, maar vooral ook om wat je er als leerkracht in de klas mee kunt doen. Albatros is bij uitstek geschikt als samenleesboek. Het biedt tal van gespreksonderwerpen om dieper over na te denken en te bespreken: oorlog, vriendschap, onverdraagzaamheid, nepnieuws.
Krijg je de aanschaf van 25 exemplaren voor de hele klas niet rond, gebruik Albatros dan als voorleesboek bij je lessen begrijpend luisteren. 

Plot
Albatros speelt zich af in een land waar Zuiderlingen en Noorderlingen al tientallen jaren met elkaar in oorlog zijn. Als Abel op een dag wakker wordt, ontdekt hij dat alle mensen in dieren zijn veranderd. Zijn vader is een hond en zijn moeder een hert. Vlak voor haar spraakvermogen helemaal weg is, smeekt zij Abel op zoek te gaan naar andere mensen. Samen met zijn vader, de hond, trekt hij naar het vijandige Noorden. Daar ontmoet hij de 15-jarige cynische en wantrouwende Kat. Ze besluiten samen op reis te gaan om andere mensen te zoeken. 

Waarom worden alle mensen in dieren veranderd? Is het de erfzonde, een straf van God of een teken uit het universum? Kat denkt het wel te weten, want mensen maken volgens haar alles kapot - en niet alleen in een oorlog. Maar naarmate ze langer samen optrekken, krijgen Kat en Abel respect voor elkaars verschillen en ontstaat er een hechte vriendschap. 

Begrijpend luisteren 
De plot over in dieren veranderde mensen mag dan fantasy zijn, de onderliggende thematiek is actueel. De slepende oorlog tussen Zuiderlingen en Noorderlingen wordt gevoed door propaganda, nepnieuws en ingesleten haat. Door de ogen van Abel en Kat zien leerlingen dat dingen die mensen elkaar aandoen, de menselijkheid wegnemen. 

De rijke, beeldende taal van Goldewijk, vol sterke metaforen en symboliek,  daagt leerlingen uit om dieper na te denken over deze zware thematiek. Het boek biedt daarmee veel aanknopingspunten om te onthouden, begrijpen, toepassen, analyseren, evalueren en creatief te denken volgens de taxonomie van Bloom.

Algemene gegevens: 
Titel: Albatros
Schrijver: Yorick Goldewijk 
Cover: Martijn van der Linden
Jaar van uitgifte: 2025
ISBN: 9789021686608
Uitgeverij: Ploegsma

zondag 12 oktober 2025

Halve heksen


Benodigdheden:
  1. tekenpapier A4
  2. potlood
  3. viltstiften
  4. pastelkrijt
  5. wit potlood of zilverkleurige gelpen
  6. zwart papier voor achtergrond
Start de les met een klassengesprek over heksen en/of Halloween. Wat is Halloween? Wat vieren we dan? Wat heeft een heks te maken met Halloween? Waaraan kun je een heks herkennen? Welke spullen doen je denken aan een heks? Welke dingen heeft een heks vaak bij zich? Wat kun je zeggen over de kleding van een heks?

Wat moet je doen? 
  1. Schets met potlood de onderste helft van het lichaam van een heks: rok en benen. Teken daaromheen dingen die met heksen of Halloween te maken hebben. 
  2. Trek  op ongeveer 1/3 deel vanaf de onderkant een horizonlijn. 
  3. Kleur de tekening met viltstift. 
  4. Kleur de achtergrond met viltstift of pastelkrijt. Dit laatste gaat sneller! 
  5. Plak de tekening op een zwarte ondergrond. Versier de rand met kleine tekeningetjes die bij heksen passen. Gebruik wit potlood of zilverkleurige gelpen.
door leerlingen van groep 5

donderdag 9 oktober 2025

Met een gouden randje


Benodigdheden:
  1. wit tekenpapier op A4 formaat
  2. potlood
  3. liniaal
  4. plakkaatverf
  5. kwast
  6. goudkleurige markeerstift
Vraag leerlingen herfstbladeren meenemen. Bekijk deze samen en bespreek de verschillende vormen: hartvormig, ovaal, rond, langwerpig enz. Ook de samenstelling van de bladeren kan verschillen: een blad kan enkelvoudig zijn of samengesteld uit meerdere blaadjes (geveerd of handvormig). 


Wat moet je doen?
  1. Schets een aantal bladeren op het tekenvel. De bladeren mogen elkaar niet overlappen, wel mogen delen van het blad van het tekenvel afvallen. Teken alleen de buitenranden van het blad en de steel. Maak het tekenvel zo vol. 
  2. Trek met potlood en liniaal schuine lijnen: twee lijnen van links naar rechts en twee lijnen van boven naar beneden. Zorg dat de lijnen de blaadjes doorkruisen. Niet te hard drukken met het potlood, anders zie je de lijnen straks door de verf heen. 
  3. Kies vier warme kleuren verf: twee voor de bladeren en twee voor de achtergrond. 
  4. Verf binnen een vak schilder de bladonderdelen in één kleur en de achtergrond in een andere kleur. In het vak ernaast krijgen de bladonderdelen kleur drie en de achtergrond kleur vier.
  5. Laat het werk drogen. Trek de buitenlijnen van de blaadjes en de schuine lijnen over met goudkleurige stift. 

Beeldaspecten: vorm, kleur, nuance
Werkstukken zijn gemaakt door leerlingen van groep 8.  


woensdag 8 oktober 2025

Dwarrelende herfstbladeren


Benodigdheden:
  1. wit tekenpapier op A4 formaat
  2. waterverf
  3. penselen
  4. pot water
  5. zwarte markeerstift, breed en smal
  6. gekleurd papier voor achtergrond
Vraag leerlingen in de week voorafgaand aan deze les herfstbladeren te drogen en mee te brengen.

Wat moet je doen? 
Kies een blad dat je mooi vindt en trek dit enkele keren om met potlood. Denk eraan dat de blaadjes niet allemaal op dezelfde manier op het papier staan, ze dwarrelen immers van de boom naar beneden. Overlapping van blaadjes mag. Zorg er ook voor dat enkele blaadjes van de rand van het papier afvallen. Later worden deze namelijk afgetekend op de buitenrand van het werk.
Kleur de blaadjes met waterverf. Gebruik water om de verf meer of minder te verdunnen. Kies voor warme herfstkleuren en probeer overgangen in de kleuren aan te brengen door de natte verf in elkaar over te laten lopen (nat in nat). 
Verf de achtergrond blauw. Zorg ook hier voor kleurnuances. Je hoeft niet precies tot aan de blaadjes te verven, want straks worden deze nog omlijnd met een markeerstift.
Laat je werk drogen en plak het op een gekleurde ondergrond. Omlijn de buitenranden van de bladeren met een zwarte markeerstift. Gebruik een fineliner voor de bladnerven. 
Laat de omlijning en nerven doorlopen op het gekleurde achtergrondpapier.


Beeldaspecten: kleur en nuance. 
Werken zijn gemaakt door leerlingen van groep 8. 

donderdag 2 oktober 2025

Verhalen uit Wisselweg Woud


In Verhalen uit Wisselweg Woud nemen Vickie Cowie en Charlie Mackesy ons mee naar een sprookjesachtige wereld vol elfjes, kabouters en allerlei andere mythische wezens. In een raamvertelling op rijm vol warmte en humor lees je verhalen over de bewoners van Wisselweg Woud, een magische kever, de slimme mol Melvin, de geest van Slot Snittingen en Wouter het Waterpaard. 

Het taalgebruik in het boek is rijk, sfeervol en grappig en laat veel ruimte voor fantasie. Hilarisch is de tekst over majoor De Wit die een mol in zijn tuin heeft. Bij de winkel van L. de Behanger, mollenvanger, vraagt hij advies. 

"Wat het ook vaak goed doet, 
is visafval op hun stoep,
Want waar ze echt niet tegen kunnen, 
is verse dierenpoep." 

De poep smeerde hij uit,
dat leek hem beter
over zijn hele tuin
iedere vierkante meter.

Melvin de Mol interesseerde het geen zier
Die at onder de grond een heerlijke pier. 

De vertaling van het boek is van Arthur Japin. Het vertalen van teksten op rijm is net even lastiger dan een gewoon verhaal. Dit merk je nu en dan in het metrum en de door elkaar gebruikte rijmschema's binnen een verhaal. 

De illustraties zijn van Charlie Mackesy, die we kennen van De jongen, de mol, de vos en het paard. Met ogenschijnlijk lukraak getekende zwarte inktlijnen, ingekleurd met slechts enkele kleuren waterverf, vergezelt Mackesy de verhalen van prachtige prenten.  

Het boek is prachtig vormgegeven met een linnen rug, een leeslint en een getekend schutblad van Wisselweg Woud en omgeving. 


Algemene gegevens 
Titel: Verhalen uit Wisselweg Woud
Oorspronkelijke titel: Tales from Muggleswick Wood
Schrijver: Vicky Cowie 
Illustraties: Charlie Mackesy
Jaar van uitgifte: 2025
ISBN: 9789021686530
Uitgeverij: Ploegsma

woensdag 1 oktober 2025

Bonte bladverzameling



Benodigdheden:
  • verschillende herfstblaadjes
  • tekenpapier op A4 formaat
  • plakkaatverf en kwasten
  • fineliners en gelpennen 
  • gekleurd papier als achtergrond
Vraag de leerlingen herfstbladeren mee te nemen. Bespreek de bladvormen  en de nerven. Voel aan de onderkant van de bladeren dat de nerven verhoogd op het blad liggen. 

Wat moet je doen?
  1. Leg op je tekenvel een compositie van herfstbladeren. Let op de afwisseling tussen grote en kleine bladeren en op diverse bladvormen. Overlapping mag! 
  2. Maak afdrukken. Hiervoor smeer je de onderkant van een blad in met onverdunde plakkaatverf in warme kleuren. Druk de blaadjes aan met een boek. Als je een afdruk wilt maken over een ander blad heen (overlapping), wacht dan tot de vorige druk droog is. Dit gaat vrij snel, omdat de nerven slechts dunne afdrukken geven. 
  3. Zijn je afdrukken klaar en is het werk droog? Vul je drukwerk dan aan met zelfgetekende blaadjes. Gebruik hiervoor fineliners en gelpennen in herfstkleuren. Teken de nerven dicht op elkaar, veel dichter als bij echte blaadjes. 
  4. Plak het werk op een gekleurde ondergrond.

Beeldaspecten: lijn, ruimte, kleur. 
Technieken: drukken met organische materialen, tekenen 

Werken gemaakt door leerlingen van groep 7. 

maandag 22 september 2025

Mandala met herfstblaadjes


Benodigdheden:
  1. wit tekenpapier A4
  2. passer
  3. potlood
  4. oliepastels
Wat moet je doen?
  • Teken tegen een van de vouwen een herfstblad met zwart oliepastel.
  • Trek een cirkel op het tekenvel met een doorsnee van 20 cm. 
  • Teken op ca. 1 cm afstand hiervan aan de binnenkant nog een cirkel, dit is de rand van de mandala). 
  • Vouw de cirkel in 8 stukken, dus vouw hem 4x dubbel. 
  • Vouw de cirkel dubbel en wrijf met je hand over het getekende herfstblad, zodat er een afdruk aan de andere kant komt. Doe dit drie keer. 
  • Trek de afdruksels over met zwart oliepastel. 
  • Teken eventueel nog iets kleins op de overgebleven vouwen en kopieer het als bij de blaadjes.
  • Kleur de blaadjes en achtergrond in. 
  • Teken een patroontje op de rand en kleur dit in.

Beeldaspecten: vorm, lijn, kleur.
Kunstwerken zijn gemaakt door leerlingen van groep 8.

zondag 21 september 2025

Onder de warme wol

De dagen worden korter, de nachten kouder. 
Tijd voor een warme deken!


Wat heb je nodig?
  1. gekleurd papier (achtergrond)
  2. bruin papier 
  3. restjes gekleurd en wit papier
  4. wit tekenpapier vierkant gesneden
  5. waterverf + penselen
  6. wasco
  7. zwarte stift
  8. schaar en lijm
Verdeel deze les over meerdere momenten. Bedenk vooraf of je de leerlingen een mal geeft van de berenkop of dat ze die zelf moeten tekenen. 


Vouwen en verven: 
Voor de deken: vouw het witte vel in 16 vierkantjes. Verf met waterverf elk vierkantje in een andere kleur. Laat drogen. Teken met zwarte wasco streepjes op de vouwen van de vierkantjes net als op een patchwork deken.
 
Knippen:
  • teken op bruin papier een berenkop en knip uit, of trek de mal van de berenkop om en knip uit. 
  • voor de poten vier ovalen uit bruin papier. 
  • voor de snuit een cirkel uit gekleurd papier. 
  • voor de oren twee halve cirkels uit gekleurd papier. 
  • voor de ogen twee kleine cirkels cirkels uit wit papier.  
Plakken en tekenen
  • plak de achterpoten op het gekleurde vel. 
  • plak de deken zo op dat de poten eronderuit steken. 
  • plak het hoofd half op de deken en daaronder de voorpoten. 
  • plak snuit, ogen en oren op de kop.
  • teken met zwarte stift de neus, snorharen en pupillen. 
Technieken: 16 vierkantjes vouwen, vormen knippen, plakken. 
Beeldaspecten: vorm, kleur.

dinsdag 2 september 2025

Abstraheren kun je leren, net als Bart van der Leck

door een leerling van groep 5

Bart van der Leck (1876-1958) was kunstschilder en vormgever. Hij maakte met o.a. Theo van Doesburg, Piet Mondriaan en Gerrit Rietveld deel uit van kunstbeweging De Stijl. De Stijl-kunstenaars zochten naar een nieuwe kunststijl die beter paste bij de toekomst.
Om tot zijn abstracte kunst te komen, past Van der Leck een proces toe dat hij 'doorbeelding' noemde. In verschillende stappen bracht hij een figuratieve voorstelling steeds verder terug tot vlakken en lijnen in rood, geel en blauw tegen een witte of grijze achtergrond. Hoewel werken van Mondriaan en Van der Leck misschien op elkaar lijken, is er toch een belangrijk verschil. Van der Leck werkt vanuit een figuratieve voorstelling die hij langzaam vereenvoudigt, terwijl Mondriaan direct vanuit abstractie werkt. 

door een leerling van groep 5

Bekijk met de klas drie kunstwerken van Bart van der Leck zonder de titels te noemen: De Zaaier (1921), Compositie IV (1918) en Boerenmeisje met koe (1921). (i.v.m. copyright hier alleen de links naar de originelen.) 
Vraag leerlingen wat ze zien in deze werken. Wellicht komen ze niet direct op een zaaier, maar waarschijnlijk wel op een man die iets doet. Een wandelaar? Wat bedoelt Van der Leck dan met die rode blokjes? Zien ze de koe en het boerenmeisje? Hoe herken je de koe? En tot slot: wat zie je in Compositie IV? Dit is het meest abstracte werk en hierin zit geen duidelijke voorstelling; wellicht dat leerlingen wel iets zien? 

Vraag naar de overeenkomsten tussen deze werken: 
  • primaire kleuren + zwart
  • alleen rechte lijnen
  • witte achtergrond

Wat heb je nodig?

  1. actiefoto van een sporter
  2. zwart A4 papier en een half A4 wit
  3. restjes papier in rood, geel en blauw
  4. schaar
  5. lijm
Wat moet je doen?
  1. Zoek een foto van een sporter in actie en plak deze op zwart papier.
  2. Knip uit rood, blauw en geel strookjes en vierkantjes en leg deze in de vorm van de sporter op wit papier. Tevreden? Plak ze vast.
  3. Plak het witte papier op een zwart vel.  
Beeldaspecten: vorm, lijn, kleur.
Technieken: knippen en plakken. 

zondag 31 augustus 2025

Kat en vogel, net als Paul Klee

Paul Klee (1879 – 1940) is een Duits/Zwitserse kunstschilder. Zijn werk zit op het grensvlak tussen figuratief en abstract. Hij schildert landschappen, portretten, dieren, mythologie, geheimzinnige machines. Behoort het tot het kubisme, expressionisme of surrealisme? Van elke stroming nam hij iets mee. Klee zocht patronen en motieven in allerlei kunstvormen: Afrikaanse, kunst, islamitische versieringen, kleding, maar ook uit kindertekeningen. Klee liet meer dan 9000 kunstwerken na. 

undefined
Kat en vogel uit 1928

Benodigdheden:
  1. vierkant tekenpapier A4
  2. potlood
  3. zwarte markeerstift
  4. waterverf
  5. penselen

Wat zie je? 
  • de kop van een kat met een vogeltje boven de ogen. Wat zou dit betekenen? Droomt de kat van zijn prooi? 
  • de linkerkant van het hoofd is breder dan de rechterkant 
  • grote ogen met verticale pupillen
  • het ene oog lijkt groter dan het andere 
  • warme kleuren, behalve de ogen  
  • felroze neus in de vorm van een hart

Wat moet je doen? 
Stap 1: Vouw het tekenvel in vieren. Schets met potlood een W.

Stap 2: Zet een stip op de vouw en trek er licht krommende lijnen heen: de bovenkant van het hoofd.  

Stap 3: Trek de lijnen van stap 2 door naar beneden. 

Stap 4: Teken de ogen van het midden tot aan de zijkant. Teken de pupillen.

Stap 5: Teken de neus, snorharen en het vogeltje. 

Stap 6: Kleur de tekening en achtergrond in met bv. waterverf. Trek dan de lijnen over met een zwarte stift. 

Tekeningen zijn gemaakt door leerlingen van groep 3, 4 en 5. 

Beeldaspecten: kleur, lijn, vorm.
Stappenplan idee: Blowing Rock Museum.