Benodigdheden:
- per groep een vel tekenpapier A1 formaat
- ronde vouwkartons of knutselpapier in Olympische kleuren
- passer
- scharen en lijm
- sportfiguur kopie
Begin de les met het symbool van de Olympische Spelen: de gekleurde ringen. Welke kleuren hebben ze? Wat is de betekenis van de ringen? Hoe zijn ze door elkaar gevlochten?
De leerlingen werken in groepjes van vijf. Geef elke groep een A1 vel, gekleurde vouwkartons en vijf kopieën van de sportfiguren.
Elke leerling tekent een Olympische ring met behulp van een passer en knipt deze uit. Knip de ring op een plek door. Overleg samen hoe de ringen geplakt moeten worden. Kijk goed welke naar voren en welke erachter moet. Zorg dat de knip onder een andere ring terecht komt, zodat je die niet ziet.
Knip de onderdelen van de sportfiguur uit. Deze vijf sporters moeten rondom, achter, door en voor de ringen geplakt worden.
Deze les is oorspronkelijk op dit blog gepubliceerd in 2010.