zondag 29 november 2009

Uilen

Door Elaine, groep 7

Benodigdheden:
  1. wit tekenpapier op A4 formaat
  2. zwarte viltstiften in verschillende diktes of oost-indische inkt
  3. gele ecoline of vloeibare waterverf
  4. penselen
  5. zwart papier
  6. foto's van uilen
Bespreek met de klas kenmerken van uilen en bekijk daarbij diverse foto's.
Uilen zijn nachtdieren. Ze slapen overdag en jagen 's nachts. Uilen hebben een rond, afgeplat gezicht met grote naar voren gerichte ogen. Ze kunnen hun kop 270 graden draaien zodat ze toch in alle richtingen kunnen kijken. De ogen zijn groot, en hierdoor kunnen uilen goed op afstand zien, ook 's nachts. Van dichtbij kunnen ze slecht zien. Uilen hebben een haaksnavel en krachtige klauwen aan hun poten, met veren erop. Twee klauwen zijn naar voor gericht en twee klauwen naar achter. De oren van uilen bestaan uit een opening, soms bedekt met een oordeksel. De oren moeten niet verward worden met de oorpluimen die bv. de ransuil heeft. Oorpluimen worden door veren gevormd en zitten niet op de plaats waar de oren zitten. De oorpluimen geven de status aan: een volwassen, sterke, gezonde uil met een groot territorium heeft grote oorpluimen. Jonge, zwakke, zieke of oude exemplaren hebben kleinere oorpluimen. De meeste uilen hebben een mengeling van bruine, zwarte, witte, en grijze veren. Die kleuren bieden camouflage, en daarom kunnen de uilen zich gemakkelijk verbergen.

Door Charmaine, groep 8

Schets met potlood een uil op een tak, waarbij je rekening houdt met de kenmerken van de uil zoals die besproken zijn. Hierna breng je met diverse diktes zwarte stiften patronen aangebracht in de lichaamsdelen van de uil. Door middel van verschillende patronen moeten de afzonderlijke onderdelen van de uil te herkennen zijn. Maak delen donkerder door de patronen dichter op elkaar te tekenen (nuance). Alleen de ogen en de snavel mogen met geel of oranje worden ingekleurd, de rest blijft zwart.

Verf de achtergrond met gele ecoline of vloeibare waterverf. Pas op dat je de tekening niet raakt, want dan loopt de inkt uit. Blijf daarom zo'n halve centimeter uit de buurt van de uil. Plak het werk op een zwarte achtergrond.

Beeldaspecten in deze les: lijn, vorm (patronen), nuance.
Technieken: tekenen met Oost-Indische inkt, tekenen van patronen.

Een bord vol uilen, door groep 7

woensdag 25 november 2009

Bomen blazen

Benodigdheden
  1. wit tekenpapier op A4 formaat
  2. waterverf
  3. plakkaatverf
  4. Oost-Indische inkt
  5. wattenstaafjes
  6. rietjes
Oefen het blazen van de inktdruppels eerst op een restje papier! Neem hiervoor wel glad tekenpapier, want echt kladpapier zuigt te sterk.

Laat een druppel Oost-Indische inkt op ongeveer een derde van onderaf op je tekenvel vallen. Blaas met een rietje de druppel omhoog en schuin naar opzij zodat je een boom ziet ontstaan. Hard blazen, want de dikke takken kunnen dan steeds verder vertakken!
Herhaal dit twee keer, zodat je drie bomen op je tekenvel hebt. De takken mogen door elkaar lopen (overlapping), dit is in het echt immers ook zo.
Laat de inkt goed drogen. Teken een horizonlijn en schilder met waterverf de grond en lucht. Je kunt voorzichtig over de bomen verven, want de inkt zal weinig vlekken als hij goed droog is. Laat ook dit weer goed drogen.
Met onverdunde plakkaatverf en een wattenstaafje stempel je de herfstblaadjes aan de takken en op de grond en in de lucht (vallend blad). Dichtbij de boom veel blaadjes, verder van de boom af minder blaadjes. Plak tenslotte het werk op een zwarte achtergrond.

Beeldaspecten in deze les: ruimte (overlapping).
Technieken: verf blazen, schilderen, stempelen.

maandag 23 november 2009

Inpakken zoals Christo

Ingepakte wereldbol

Christo Vladimirov Javacheff, kortweg Christo (1935-2020), is een bekende beeldend kunstenaar. Christo werkte (eerst samen met zijn vrouw) vanuit de VS aan enorme kunstprojecten. De kunstzinnige strategie van Christo en zijn vrouw Jeanne-Claude was om grote bouwwerken of landschappen met doek of andere stof 'aan te kleden'. Het inpakken van gebouwen of objecten leidt tot de abstractie van deze onderwerpen.
Voorbeelden van hun werk zijn de Pont Neuf in Parijs (1985), de Rijksdag in Berlijn (1995).  In het Central Park in New York voerden zij het kunstproject The Gates uit in 2004.

Voor Christo is het belangrijk dat zijn werk voor het grote publiek toegankelijk is. Het resultaat is puur esthetisch bedoeld en heeft tot doel mensen 'met andere ogen' te laten kijken naar de omgeving. Alle werk van Christo is te zien op zijn website.

Vraag de leerlingen enkele dagen voor de les een voorwerp van huis mee te nemen dat
  1. groter is dan een pak melk;
  2. op je tafeltje past;
  3. niet breekbaar is;
  4. niet kostbaar is;
  5. enkele dagen op school mag blijven;
  6. bijzonder van vorm is (dus geen doos)
Ingepakte schildersezel

Breng zelf voor de les iets mee dat ingepakt is als cadeautje. Bespreek de term: inpakken. Waarom doen we dat? Denk aan verzenden, beschermen (vervoer) en verrassen (cadeautjes).
Laat voorbeelden van Christo's werk zien en bespreek waarom hij dit doet. Laat hiervoor foto's zien van voor en na het inpakken.
Hoe herken je de objecten die Christo inpakt? Welke materialen gebruikt hij? Welk effect heeft het inpakken op jou? Wat vind je ervan? Lijkt het ingepakte object nog op het object dat het oorspronkelijk was?

Leg de opdracht uit: pak een voorwerp in zodat de details onzichtbaar worden; bind het daarna zo af dat de vorm weer zichtbaar wordt. Benodigdheden
  1. inpakmateriaal: doeken/lappen, stukken plastic, vuilniszakken, pedaalemmerzakken, inpakpapier, toiletpapier, aluminiumfolie en huishoudfolie
  2. afbindmateriaal: touw, garen, wol, katoen, plakband, ijzerdraad, vislijn, schilderstape en repen stof
  3. versiermateriaal: veertjes, glitter, verf, watervaste stift, textielstiften, gekleurd papier, glitterlijm, knopen
Zorg dat in elk groepje voldoende inpakmateriaal en afbindmateriaal klaar ligt. Zet het versiermateriaal klaar op een aparte plek in de klas. Dit is alleen voor de kinderen die snel klaar zijn. Als de leerlingen aan het werk gaan, loop dan rond en benadruk dat het niet fout kan. Elk kind pakt volgens zijn eigen idee in. Blijf wel wijzen op de doelen: pak zo in dat details verdwijnen en bind zo af dat de vorm weer herkenbaar wordt.
Laat de kinderen na het opruimen hun eigen werk tentoonstellen en bespreek de resultaten. Zijn de doelen behaald? Wat vond je moeilijk? Laat de kinderen tenslotte zelf foto's maken van hun kunstwerk.

Beeldaspecten in deze les: vorm, textuur.
Technieken: inpakken en afbinden.
Beeldende termen: abstract, object.


Ingepakte kerstdecoratie

Les en foto's verkregen van Linda Vroemisse

zaterdag 21 november 2009

Sinterklaas skyline

Door Jurre, groep 8

Op de site van juf Lisette staat een les die we elk jaar opnieuw doen om het klaslokaal in Sintstemming te krijgen: de Sinterklaas skyline! Benodigdheden:
  1. donkerblauw of paars papier A4 formaat
  2. geel papier A4 formaat
  3. zwart papier A4 formaat
  4. paperclips
  5. schaar
  6. stanleymesje
  7. snijmat
  8. plaksel
Teken op het zwarte vel een skyline van een straat. Teken er eventueel een boom bij, en plaats een zwarte piet bij een schoorsteen. Leg dit zwarte vel op een geel vel en maak deze aan elkaar vast met vier paperclips. Knip/snijd de skyline uit, waarbij je dus door twee vellen tegelijk knipt.



Snijd later raampjes uit de huizen van alleen het zwarte papier, zodat de raampjes geel worden. Knip een maan (rondje omtrekken) uit het overgebleven stuk van het gele vel. Plak nu de zwarte en gele skyline op elkaar, waarbij je het zwarte papier een millimeter verschuift, zodat het geel naar voren komt. Goed kijken van welke kant de maan schijnt, en welk deel van de huizen dus door de maan wordt verlicht. Aan die verlichte kant moet je het geel zien. Plak de maan op het blauwe vel, en de huizenrij eronder. Snijd de ondergrond eventueel bij en klaar is je avondtafereel!


Alle afzonderlijke werken bij elkaar, vormen een mooi groepswerk.

Beeldaspecten die in deze les aan de orde komen: licht.
Technieken: knippen, snijden, plakken. 

dinsdag 10 november 2009

Explosie in de glasfabriek


Met deze les kun je het ontstaan en de achterliggende gedachte van abstracte kunst uitleggen. De bomenschilderijen van Piet Mondriaan laten de ontwikkeling van een realistisch en figuratief schilderij naar een abstract werk mooi zien. De rode boom van 1908 is een realistisch werk. Mondriaan schilderde wat hij zag.


In De grijze boom (1911) zie je hier beeldelementen verschijnen die met de echte boom niets meer te maken hebben. Tussen de krans van takken zijn lijnen en vegen geschilderd waarmee de kunstenaar niets natuurlijks meer lijkt te willen aanduiden. Het is zijn bedoeling je blik door de compositie te sturen. Behalve beweging heeft de voorstelling zo ook een nieuw evenwicht gekregen. Het gekronkel van de twijgen wordt door tegenkrommingen, zigzagjes en andersoortige verfhalen mooi uitgebalanceerd. De lijnen en vegen van de Grijze boom staan los van de waarneming en vormen een eigen beeld.

In 1912, een jaar later, ging hij nog een stap verder. Toen schilderde hij een ‘Bloeiende appelboom’ die je amper meer kunt herkennen. Dat lukt alleen nog als je hem samen met de vorige voorbeelden bekijkt.
(bron tekst: Digischool)

Benodigdheden:
  1. zwart knutselpapier op A4 formaat
  2. scharen en plaksel
  3. gekleurd papier
  4. liniaal en potlood
Leerlingen trekken halverwege hun zwarte vel een potloodlijn. Uit dubbel gekleurd papier knippen ze drie of vier flessen of vazen. Van elk tweetal flessen wordt er een op de bovenste helft van het zwarte papier geplakt, overlapping mag.
De tweede versie van de flessen wordt in stukjes geknipt en op de onderste helft van het zwarte papier geplakt, alsof er een explosie in de fabriek heeft plaatsgevonden!

Beeldaspecten in deze les: ruimte (overlapping), vorm.
Technieken: knippen en plakken.
Beeldende begrippen: abstract, figuratief, realistisch. 

Door leerlingen van groep 5

maandag 9 november 2009

De langste lijn

Benodigdheden:
  1. wit tekenpapier van 15 bij 15 cm
  2. zwarte fineliner
  3. viltstiften
Kies een hoek waarin je langste lijn begint. Teken een lijn met hoeken, bochten, punten enz. Teken het hele papier vol en neem je pen niet van het papier af. Let op: de lijn mag zichzelf nergens raken of doorkruisen. En, heel belangrijk: de lijn moet eindigen op het punt waar hij begon. Zorg er dus voor dat je op tijd weer terug bent bij het beginpunt! Als je klaar bent, teken je met potlood drie of vier geometrische vormen. Kleur vervolgens de vlakken die in deze vormen zijn ontstaan in met drie kleuren viltstift. Omlijn de figuren met zwarte fineliner.

dinsdag 3 november 2009

Groeten uit ... Holland!

En dit is ook Nederland! Hoewel, meestal is de weg voller ....

Benodigdheden:
  1. tekenpapier van 20 bij 10 cm
  2. potlood
  3. viltstiften
  4. fineliner
  5. liniaal
Trek een horizonlijn op ongeveer 2 cm vanaf de bovenkant van het papier. Zet in het midden een stip, dit is het verdwijnpunt. Trek vanaf de onderkant en zijkanten met potlood zes dunne lijnen naar deze stip. Dit zijn de stroken van de snelweg. Kleur de stroken in met grijs, en laat daarbij witte strepen vrij die de markering tussen de rijbanen aangeven. Trek naast de snelweg meer schuine lijnen naar het verdwijnpunt. Dit zijn de akkers. Kleur ze in met gewassen. Kleur de lucht. Teken met een zwarte fineliner een stadsgezicht van huizen en flatgebouwen. Kleur deze gebouwen zwart en grijs (voor de verder weg liggende gebouwen) in. Tezamen met het resultaat van de les Naar de bollen kun je van deze twee tekeningen een mooie ansichtkaart maken!

zondag 1 november 2009

Zoekplaatje

Waterverf en fineliner voor zachtere kleuren
Benodigdheden
  1. wit tekenpapier A4 formaat
  2. waterverf of plakkaatverf
  3. penselen
  4. potjes water
  5. zwarte stift
Beschilder een vel tekenpapier met zoveel mogelijk vlekken. Laat dit goed drogen. Zoek dan in de vlekken figuren: mensen, dieren of andere dingen. Hiervoor moet je je goed fixeren op een vlek en dan je creativiteit de vrije loop laten. Is die rare uitstulping een neus, of misschien juist een staart van een dier?
Trek met een dunne zwarte stift de vlekken om en teken er details in zodat de figuren herkenbaar worden. Pas op: niet (of zo min mogelijk) buiten de vlek tekenen. Plak het werk op een gekleurde ondergrond.

Beeldaspecten die in deze les aan de orde komen: vorm, lijn.
Techniek: schilderen met waterverf, omlijnen.

Plakkaatverf en zwarte viltstift voor fellere kleuren, door Brittany groep 8