Door Elaine, groep 7
Benodigdheden:
- wit tekenpapier op A4 formaat
- zwarte viltstiften in verschillende diktes of oost-indische inkt
- gele ecoline of vloeibare waterverf
- penselen
- zwart papier
- foto's van uilen
Bespreek met de klas kenmerken van uilen en bekijk daarbij diverse foto's.
Uilen zijn nachtdieren. Ze slapen overdag en jagen 's nachts. Uilen hebben een rond, afgeplat gezicht met grote naar voren gerichte ogen. Ze kunnen hun kop 270 graden draaien zodat ze toch in alle richtingen kunnen kijken. De ogen zijn groot, en hierdoor kunnen uilen goed op afstand zien, ook 's nachts. Van dichtbij kunnen ze slecht zien. Uilen hebben een haaksnavel en krachtige klauwen aan hun poten, met veren erop. Twee klauwen zijn naar voor gericht en twee klauwen naar achter. De oren van uilen bestaan uit een opening, soms bedekt met een oordeksel. De oren moeten niet verward worden met de oorpluimen die bv. de ransuil heeft. Oorpluimen worden door veren gevormd en zitten niet op de plaats waar de oren zitten. De oorpluimen geven de status aan: een volwassen, sterke, gezonde uil met een groot territorium heeft grote oorpluimen. Jonge, zwakke, zieke of oude exemplaren hebben kleinere oorpluimen. De meeste uilen hebben een mengeling van bruine, zwarte, witte, en grijze veren. Die kleuren bieden camouflage, en daarom kunnen de uilen zich gemakkelijk verbergen.
Uilen zijn nachtdieren. Ze slapen overdag en jagen 's nachts. Uilen hebben een rond, afgeplat gezicht met grote naar voren gerichte ogen. Ze kunnen hun kop 270 graden draaien zodat ze toch in alle richtingen kunnen kijken. De ogen zijn groot, en hierdoor kunnen uilen goed op afstand zien, ook 's nachts. Van dichtbij kunnen ze slecht zien. Uilen hebben een haaksnavel en krachtige klauwen aan hun poten, met veren erop. Twee klauwen zijn naar voor gericht en twee klauwen naar achter. De oren van uilen bestaan uit een opening, soms bedekt met een oordeksel. De oren moeten niet verward worden met de oorpluimen die bv. de ransuil heeft. Oorpluimen worden door veren gevormd en zitten niet op de plaats waar de oren zitten. De oorpluimen geven de status aan: een volwassen, sterke, gezonde uil met een groot territorium heeft grote oorpluimen. Jonge, zwakke, zieke of oude exemplaren hebben kleinere oorpluimen. De meeste uilen hebben een mengeling van bruine, zwarte, witte, en grijze veren. Die kleuren bieden camouflage, en daarom kunnen de uilen zich gemakkelijk verbergen.
Door Charmaine, groep 8
Schets met potlood een uil op een tak, waarbij je rekening houdt met de kenmerken van de uil zoals die besproken zijn. Hierna breng je met diverse diktes zwarte stiften patronen aangebracht in de lichaamsdelen van de uil. Door middel van verschillende patronen moeten de afzonderlijke onderdelen van de uil te herkennen zijn. Maak delen donkerder door de patronen dichter op elkaar te tekenen (nuance). Alleen de ogen en de snavel mogen met geel of oranje worden ingekleurd, de rest blijft zwart.
Verf de achtergrond met gele ecoline of vloeibare waterverf. Pas op dat je de tekening niet raakt, want dan loopt de inkt uit. Blijf daarom zo'n halve centimeter uit de buurt van de uil.
Plak het werk op een zwarte achtergrond.
Beeldaspecten in deze les: lijn, vorm (patronen), nuance.
Technieken: tekenen met Oost-Indische inkt, tekenen van patronen.
Beeldaspecten in deze les: lijn, vorm (patronen), nuance.
Technieken: tekenen met Oost-Indische inkt, tekenen van patronen.
Een bord vol uilen, door groep 7