woensdag 24 juni 2009

Stevige stappers

Door Anne, groep 8

Benodigdheden:
  1. wit tekenpapier
  2. grijs tekenpotlood en gum
  3. kleurpotloden
Alle leerlingen nemen een schoen mee van huis. Het liefst een schoen met leuke accenten als stiksels, veters, gespjes, meerdere kleurtjes o.d. Ze zetten de schoen voor zich op tafel.
Om de schoen na te tekenen, moet je vooral erg goed kijken: teken wat je ziet! Laat de leerlingen beginnen met het tekenen van de omtrek van de schoen, zonder dat er nog naar de details gekeken wordt. Zijn de verhoudingen goed, dan kun je verder met de details. Hierna kleur je de schoen in met potlood. Schaduwen en diepte worden aangebracht door middel van donker of lichter in te kleuren (beeldaspecten: ruimte en nuance).

Door Lotte en Jetse, groep 8

zondag 21 juni 2009

Bosgeest of boself?

Benodigdheden:
  1. wit tekenpapier op A4 formaat
  2. kleurpotloden
  3. lijm
  4. gekleurd papier als achtergrond
Op internet zijn mooie verhalen te vinden over bosgeesten: griezelverhalen, maar ook verhalen waarin de bosgeest als beschermer optreedt voor behoud van het bos (zoektermen ‘bosgeest’ of ’boself’ en ‘verhaal’).
Lees een verhaal voor ter inleiding van deze les. Hierna gaan de kinderen de bosgeest zelf tekenen. Hoe ziet jouw bosgeest eruit? Welke kleuren ga je gebruiken en waarom? Wordt het een boze of een blije bosgeest, en hoe laat je dat in je tekening zien?
Als de tekening klaar is (het hele papier moet worden gevuld!), plak je hem op  een gekleurde achtergrond.

Door Diana, groep 8

maandag 15 juni 2009

Striptaal

Door Marrit, groep 8
Benodigdheden
  1. wit tekenpapier van 10 bij 10 cm
  2. wit tekenpapier van 31 bij 31 cm
  3. plakkaatverf
  4. viltstiften
  5. dikke zwarte stift
  6. liniaal
  7. kwasten
Door Kiki, groep 8
Inleiding
Striptekenaars gebruiken een speciale manier om geluiden weer te geven. Met letters of woorden kunnen ze zo een speciaal effect bereiken. We noemen dit ‘klanknabootsing’ of onomatopee. Rondom het stripplaatje is een zwarte rand getekend. Soms wordt bewust over de kaderlijn heen getekend.
Vraag leerlingen stripbladen mee te nemen. Zoek en bekijk voorbeelden van klanknabootsingen: VROEOEOEMM = draaiende motor, SPLASH = vallend water,  TONK = iemand die zijn hoofd stoot). De klanknabootsingen gaan vaak samen met een beweging of richting. Dit kun je zien aan de vorm of richting van de letters, of zelfs aan de letters zelf. Vaak zie je ook bij het woord passende symbolen, zoals de sterretjes bij het woord TONK of waterdruppeltjes bij het woord SPLASH.

Opdracht
Bedenk een geluid. Maak hierbij op een blaadje van 10 bij 10 cm een tekening als uit een stripverhaal, dus met letters. Vraag in je groepje om tips als je het lastig vindt.
Als je klaar bent, pak je een vel papier van 31 bij 31 cm. Teken een kader van 1 cm breed aan de rand van het vel. Teken dan de tekening van het kleine blaadje in vergrote vorm na.
Als je dit lastig vindt, kun je ook eerst een raster maken op het grote vel. Teken daarvoor hokken van 3 bij 3 cm. Hierna kun je de kleine tekening goed natekenen.
Kleur de tekening, letters en achtergrond in met viltstift (kleine onderdelen) en plakkaatverf (grote vlakken). Kies heldere kleuren, dus niet te veel mengen. Laat de rand buiten het kader wit. Tenslotte trek je alle lijnen en het kader om met een zwarte stift.

Door Lisa, groep 8

zondag 14 juni 2009

Verborgen vlinders

Benodigdheden
  1. wit tekenpapier op A4 formaat
  2. plakkaatverf
  3. kwasten
  4. papieren doekjes en potten water
  5. lijm en schaar
  6. gekleurd papier als achtergrond
Op stevig wit tekenpapier schilderen de leerlingen met een smalle kwast witte glooiende lijnen om zo vlakken te vormen. Niet te kleine vlakken maken, dat is lastig inkleuren later. Vul de vlakken met één kleur in verschillende nuances: kleur + wit. Leg goed uit dat je bij het maken van kleurnuances altijd begint met de lichtste kleur. Dus: wil je roze maken, begin dan met wit en voeg een druppel rood toe.
In onderstaand voorbeeld is gekozen voor rood en blauw en wit, waarmee allerlei roze– en paarsvarianten ontstaan.
Leg uit dat zede verf niet verdund mag worden omdat je anders te waterige kleuren krijgt. Maak daarom ook de kwast goed droog nadat die gespoeld is.
Vouw een tweede tekenvel dubbel en teken tegen de vouw aan een of meer halve vlinders. Knip deze uit. Verf ze in dezelfde kleuren als de achtergrond, maar blijf daarbij een halve centimeter van de rand af zodat je een wit randje overhoudt. Trek met witte verf dunne lijntjes rondom het lijf van de vlinder en de versieringen als de verf voldoende aangedroogd is.
Plak de gekleurde achtergrond op een groter vel wit papier. Plak dan de vlinders op, waarbij je ook over de witte rand kunt gaan. Doe alle en lijm achter het lijf, zodat de vlinders iets van het papier gaan afstaan voor een ruimtelijk effect.

dinsdag 9 juni 2009

Linodruk in zwart en wit


Benodigdheden:
  1. twee stukjes linoleum van 10 bij 10 cm
  2. gutsjes
  3. blokprint
  4. drukpers
  5. verfroller
  6. glasplaat of plastic plaat om verf uit te rollen
  7. papier om op te drukken (neem ruw papier, zodat de verf goed intrekt)
  8. drukpers
Voor dit werkstuk heb je twee vierkante stukjes linoleum nodig. Hierop teken je simpele patronen of eenvoudige figuurtjes (beeldaspect: vorm).
Snijd bij het eerste linostukje de figuurtjes uit en laat de achtergrond staan (negatieve druk).
Snijd bij het tweede linostukje de achtergrond weg en laat de figuurtjes staan (positieve druk).
Druk beide werken meerdere keren af in zwarte inkt op wit papier en in witte inkt op zwart papier. Kies de beste drukken uit. Plak de witte druksels die op zwart zijn gedrukt, op een vel wit papier. Plak de zwarte druksels die op wit papier zijn gedrukt op een groter zwart vel. Plak vervolgens het zwarte en witte vel aan elkaar. Een echt kunstwerk!

maandag 8 juni 2009

Sporters en hun schaduw

Door Jara, groep 7
Benodigdheden:
  1. plaatje triplex op A4 formaat
  2. figuurzaag
  3. schuurpapier
  4. carbonpapier
  5. potlood
  6. sterke lijm
  7. zwart karton voor ondergrond
Zoek in een krant, tijdschrift of op internet een foto van een sporter in beweging. Let erop dat je, als je de foto in zwart zou afdrukken, goed kunt zien wat de sporter doet.
Leg carbonpapier met de zwarte kant naar beneden op je plankje. Leg daar de foto bovenop. Trek de buitenlijnen van de sporter om. Druk stevig, zodat het carbonpapier doordrukt.
Zaag de sporter uit en schuur de randjes glad. Schuur ook de randen van het gat in je plankje glad. Verf beide onderdelen in de kleuren die je mooi vindt. Vergeet de zijkantjes niet!
Plak je plank op een stuk karton en plak de uitgezaagde sporter er naast met wat ruimte ertussen. Je ziet nu een sporter met zijn eigen schaduw!

Door Teun, groep 7

zondag 7 juni 2009

Waterlelies in de stijl van Monet

Benodigdheden
  1. vloeipapier in verschillende kleuren
  2. wit tekenpapier op A4 formaat
  3. plaksel
Claude Monet is een Franse schilder die behoort tot de stroming van het impressionisme. Impressionistische schilderijen zijn momentopnamen, een snelle indruk. Van dichtbij zie je alleen maar vlekken en vegen, op afstand zie je dat deze vlekken samen toch een zeer voorstelling zijn.
Bekijk schilderijen van Monet waarop hij waterlelies heeft geschilderd en bespreek deze. Zoom in op de schilderijen om de textuur te kunnen laten zien.

Hierna gaan de leerlingen zelf waterlelies maken met behulp van vloeipapier. Om het vlekkerige Monet-effect te krijgen, moet het vloeipapier in gescheurde stukjes worden verwerkt. Voor de achtergrond, het water, scheuren ze stukjes vloeipapier in verschillende kleuren blauw en/of groen en plakken deze op hun tekenvel. Ook de bloemen worden van gescheurde stukjes vloeipapier gemaakt. Belangrijk is om van groot naar klein te werken: eerst de achtergrond, dan de grote bloem in stukjes opplakken, en daaroverheen pas het hart van de bloemen. Wijs de kinderen erop dat ze minimaal plaksel gebruiken om vlekken te voorkomen.

donderdag 4 juni 2009

Diersilhouet op vacht

Door Kim, groep 7
Benodigdheden
  1. wit tekenpapier op A3 formaat
  2. plakkaatverf en kwasten
  3. foto’s van dierenvachten en zij-aanzichten van de bijbehorende dieren
  4. zwart papier
  5. lijm en schaar
Voor deze opdracht zoeken de leerlingen via internet eerst naar foto’s van de vacht van dieren en printen deze uit in kleur. Op een tekenvel schilderen ze de vacht zo natuurgetrouw na.
Als het vel ligt te drogen, zoeken ze een afbeelding van het dier waarvan ze zojuist de vacht hebben geschilderd. Het moet een zij-aanzicht zijn. De afbeelding wordt uitgeprint en vervolgens op het kopieerapparaat zo vergroot dat het dier groot op de schildering komt.
Leg deze foto op zwart papier en plak het met plakbandjes vast of zet het vast met paperclips. Knip vervolgens precies langs de buitenlijnen van de afbeelding, waarbij het zwarte papier dus meegeknipt wordt. Plak het silhouet op het schilderij.
Met deze les leren de leerlingen wat een negatieve voorstelling is (beeldaspect: ruimte). De achtergrond is hier positief, het dier is negatief.
Tip: kies bij dieren met een zwart-witte vacht, zoals zebra’s of koeien, een andere kleur voor het silhouet, omdat anders het dier in de vacht lijkt te ‘verdwijnen’.

woensdag 3 juni 2009

Groeiend landschap

Benodigdheden
  1. tekenpapier op A3 formaat
  2. plakkaatverf
  3. kwasten en potten water
  4. afbeeldingen (of delen ervan) van landschappen
Een klein stukje uit een foto van een landschap, of een complete foto van een landschap is de basis voor dit schilderij. Plak het stukje op een plek van een tekenvel en schilder verder zoals jij denkt dat het landschap er uit ziet. Een mixles van waarneming en voorstelling.
Beeldaspecten: ruimte (diepte) en kleur (mengen van kleuren die aansluiten op de foto).

Door Tanita, groep 8

dinsdag 2 juni 2009

Zo trots als een pauw

Benodigdheden
  1. wit tekenpapier op A4 formaat
  2. oliepastelkrijtjes
  3. ecoline/vloeibare waterverf
  4. kwasten
  5. gekleurd papier voor achtergrond
Mannetjespauwen vallen op door hun lange sleep, bestaande uit lange staartdekveren, die aan het uiteinde een pauwenoog hebben. De sleep bestaat uit zo'n 150 kleurige veren. Als de haan zijn sleep opzet om een wijfje te veroveren, zijn deze veren het duidelijkst te zien.
Bekijk foto’s van pauwen en probeer via bv. de kinderboerderij aan pauwenveren te komen. Waaraan herken je een pauw? Hoe ziet zijn lijf eruit? En zijn kop? Wat zie je op de kop? Bekijk de veren en bespreek wat opvalt. Hoe ziet het oog in de veer eruit? Welke kleuren zie je?

Met potlood maken de leerlingen een grove schets van het lijf en de kop van de pauw. Het is niet nodig alle staartveren te schetsen, die kunnen straks direct met oliepastelkrijtjes worden getekend. Kleur de pauw in met oliepastel.
Als de tekening klaar is, verf je de achtergrond lichtblauw met verdunde ecoline of vloeibare waterverf. Daar waar krijt zit, zal de ecoline niet hechten. Plak het werk tenslotte op een achtergrond van blauw of groen papier.

Door leerlingen van groep 7