Raamhanger voor Pasen

Benodigdheden:

1. karton/stevig papier op A4-formaat
2. carbonpapier
3. stanleymesje
4. snijmat
5. lijm
6. vliegerpapier
7. patroon
8. touwtje

Kopieer het patroon en print voor de leerlingen op A4 formaat. 

Wat moet je doen?

Breng het patroon met carbonpapier over op het karton. Kleur de vlakken die je weg moet snijden grijs.

Snijd de grijze vlakken weg zodat de boom en haasjes overblijven. Houd het patroon erbij om zeker te weten wat weg moet en wat niet. 

Plak vliegerpapier achter je werkstuk. Prik een gaatje bovenin en haal er een touwtje door. 

Techniek: snijden.

Kippen met patroontjes

Benodigdheden:

1. wit A4 tekenpapier 
2. stukje karton
3. zwarte fineliner
4. rode stift
5. plaksel en schaar
6. rood (of andere kleur) A4 knutselpapier

 

Knip een stukje karton van 7 bij 7 cm en teken hierop een kip. Knip uit en gebruik als mal. Teken op het vel papier 6 vakken van 7 bij 7 cm.
Trek de kip om binnen de 6 vakjes. Vul de kip, vleugel en achtergrond in met lijnen en patronen in zwart. Kleur de kam en snavel met rood. Plak de kippen op een rode achtergrond en versier de rand met eitjes of iets anders.

 Door leerlingen van groep.

Beeldaspecten: vorm en lijn.

Beter een halve kip dan ...?

Benodigdheden:

1. wit tekenpapier op A4 formaat
2. oliepastelkrijtjes
3. vloeibare waterverf of ecoline
4. kwast
5. pot water

Wat moet je doen?

In deze les tekenen leerlingen met zijn tweeën één kip zonder dat ze elkaar werk kunnen zien. 

• Vouw het tekenvel dubbel en teken een halve kip tegen de vouw aan.
• Teken een paar eieren bij de kip. 
• Kleur de kip in met oliepastels.
• Kleur de eieren wit en teken/kleur gras of bloemen met de krijtjes.  
• Geef het vel opgevouwen aan een medeleerling, maar laat niet ziet wat je hebt getekend. 
• Vertel wel wat hij/zij moet tekenen: de kop of het achterlijf. 
• Zorg dat er twee streepjes staan op de plekken waar je maatje de tekening moet laten aansluiten.
• Zet ook een streepje voor de horizonlijn.
• Als je maatje klaar is, vouwen jullie samen de tekening open. Hilariteit!
• Maak dan samen je werk af: verf de hele tekening met verdunde ecoline of vloeibare waterverf. Het vette krijt stoot de verf af. Nu zie je ook de witte eieren!

 

Door leerlingen van groep 5

Paashaas tamponneren

Benodigdheden:

1. gekleurd papier
2. tamponneerkwasten
3. witte plakkaatverf
4. tekenpotlood
5. kleurpotloden 

Een les om de techniek van het tamponneren aan te leren: niet strijken en heen en weer bewegen van de kwast, maar stampen. Op deze manier krijg je een zachtere textuur dan bij het gebruik van kwasten.  

Geen tamponneerkwasten op school? Geef de leerlingen dan een wattenbolletje in een wasknijper. 

Wat moet je doen?

Schets de contouren van een paashaas. Druk zo zacht mogelijk op je potlood, want dikke potloodlijnen blijven zichtbaar onder de witte verf. 

Tamponneer de haas en laat drogen. 

Teken met zwart potlood streepjes rondom.

Versier de tekening eventueel met lentebloemen. 

alle werken zijn gemaakt door leerlingen van groep 4

Beeldaspecten: nuance, textuur. 

Toffe tulpen, gedrukt met karton

Benodigdheden:

1. ribkarton of een doos 
2. schaar
3. roller 
4. blockprint of plakkaatverf* 
5. gekleurd of wit papier

* blockprint droogt langzamer en werkt daardoor prettiger dan plakkaatverf. 

Met kartonnen dozen kun je mooie drukwerken maken. 

Deze tulpen zijn gesneden uit karton zoals op de foto. Uiteraard kun je ook gewoon ribkarton gebruiken, maar dan is het effect iets anders. 

inrollen met verf

Snijd een eenvoudige tulp uit karton. Rol in met verschillende kleuren verf en druk meerdere keren af op papier. Experimenteer met kleuren over elkaar heen en nat op nat. Zorg voor verschillende hoogtes en overlapping voor een ruimtelijk effect. 

Plak het werk op een gekleurde ondergrond. 

Beeldaspecten: ruimte, kleur, textuur. 

Naar de bollen!

Benodigdheden:

1. tekenpapier 20 bij 10 cm
2. potlood
3. viltstiften
4. fineliner
5. liniaal

Trek een horizonlijn op ongeveer 2 cm vanaf de bovenkant van het papier. Zet in het midden een stip, dit is het verdwijnpunt. Trek vanaf de onderkant en zijkanten met potlood dunne lijnen naar deze stip. Kleur de stroken in met 'bloembollenkleuren'. Denk aan de looppaden tussen de bollenvelden. Kleur de lucht. Teken met een zwarte fineliner een skyline van gebouwen, (wind)molens en bomen.

Liever als handvaardigheidsopdracht? Klik dan hier.

Beeldaspecten: lijn, ruimte, kleur. 

Doel: aanleren eenpuntsperspectief. 

Drie lentebloemen, drie materialen

 

door leerlingen van groep 8: waterverf, kleurpotlood, viltstift

Benodigdheden:

1. drie velletjes wit tekenpapier 10 bij 10 cm
2. gekleurde vouwblaadjes 12 bij 12 cm
3. gekleurd fotokarton14 bij 38 cm
4. drie verschillende kleurmaterialen, bv. wasco, oliepastel, pastelkrijt, viltstift, waterverf, kleurpotlood, plakkaatverf
5. tulpen, narcissen, blauw druifjes of afbeeldingen hiervan
6. lijm

Schets met potlood drie verschillende lentebloemen op de drie vellen tekenpapier: blauw druifje, tulp en narcis. Kleur de bloemen in met drie verschillende materialen: wasco, oliepastel, pastelkrijt, viltstift, waterverf, kleurpotlood. Kies zelf welk materiaal je bij welke bloem kiest. Of: combineer je materialen binnen de tekening! 

Laat de bloemen eventueel omlijnen met een zwarte fineliner, zoals groep 8 hierboven. 
Plak de getekende bloemen elk op een gekleurd vouwblaadje geplakt en vervolgens op gekleurd karton.

door leerlingen van groep 5: kleurpotlood, wasco, plakkaatverf

Beeldaspecten: nuance, kleur. 

Mix and match met Mondriaan

door Janneke en Eva, groep 5

Benodigdheden:

1. wit papier 21 bij 21 cm
2. zwart papier 23 bij cm
3. stroken van 3 bij 6 cm in geel, blauw en rood
4. vierkantjes van 3 bij 3 cm 
5. lijm

Bespreek leven en werk van Mondriaan en kunstbeweging De Stijl. 

Deze les is gedaan in groep 5 en de leerlingen werkten in tweetallen. De te plakken figuurtjes hebben we vooraf gesneden. Per werkstuk zijn 4 zwarte vierkantjes nodig en 16 gekleurde. 

De opdracht luidt: 

• Maak een compositie van vier vierkanten, die elk bestaan uit vier gekleurde rechthoekjes rondom midden een zwart vierkantje. Zorg ervoor dat je niet twee dezelfde kleuren naast elkaar hebt. 
• Plak je compositie op wit papier, waarbij je rondom elke vorm steeds een klein randje wit zichtbaar houdt. 
• Plak tot slot je werkstuk op een zwarte ondergrond. 

Voor leerlingen uit hogere groepen kun je ervoor kiezen om de figuren zelf te laten meten/knippen. 

Lastige opdracht, en niet bij iedereen gelukt! 

Beeldaspecten: vorm, kleur, lijn.