Benodigdheden
- wit tekenpapier op A4 formaat
- plakkaatverf
- kwasten
- papieren doekjes en potten water
- lijm en schaar
- gekleurd papier als achtergrond
Op stevig wit tekenpapier schilderen de leerlingen met een smalle kwast witte glooiende lijnen om zo vlakken te vormen. Niet te kleine vlakken maken, dat is lastig inkleuren later. Vul de vlakken met één kleur in verschillende nuances: kleur + wit. Leg goed uit dat je bij het maken van kleurnuances altijd begint met de lichtste kleur. Dus: wil je roze maken, begin dan met wit en voeg een druppel rood toe.
In onderstaand voorbeeld is gekozen voor rood en blauw en wit, waarmee allerlei roze– en paarsvarianten ontstaan.
Leg uit dat zede verf niet verdund mag worden omdat je anders te waterige kleuren krijgt. Maak daarom ook de kwast goed droog nadat die gespoeld is.
Vouw een tweede tekenvel dubbel en teken tegen de vouw aan een of meer halve vlinders. Knip deze uit. Verf ze in dezelfde kleuren als de achtergrond, maar blijf daarbij een halve centimeter van de rand af zodat je een wit randje overhoudt. Trek met witte verf dunne lijntjes rondom het lijf van de vlinder en de versieringen als de verf voldoende aangedroogd is.
Plak de gekleurde achtergrond op een groter vel wit papier. Plak dan de vlinders op, waarbij je ook over de witte rand kunt gaan. Doe alle en lijm achter het lijf, zodat de vlinders iets van het papier gaan afstaan voor een ruimtelijk effect.