dinsdag 15 juni 2010

Check dit insect


Benodigdheden:
  1. wit tekenpapier op A4 formaat
  2. kleurpotloden
  3. zwarte viltstift
  4. schaar
  5. lijm
  6. gekleurd papier voor achtergrond
Bespreek de anatomie van insecten aan de hand van afbeeldingen. Er zijn een aantal kenmerken die voor insecten gelden. Zo bestaat het lichaam uit drie delen (al is dit niet altijd duidelijk te zien, omdat delen soms versmolten zijn - bij lieveheersbeestjes- of juist weer gespeten -bij mieren- ). De drie belangrijkste delen zijn kop, borststuk en achterlijf. Aan de kop zitten de ogen, kaakdelen en voelsprieten. Het borststuk draagt de poten en eventuele vleugels.

Aan deze basisvoorwaarden moet het insect wat de leerlingen gaan tekenen, voldoen. Verder is de opdracht vrij, dus kleurgebruik en vorm mag je zelf invullen.

Vouw een A4 vel over de lengte dubbel. Schets tegen de vouw de helft van een fantasie-insect. Als je tevreden bent over je schets, trek je de lijnen met grijs potlood dik over. Hard drukken! Vouw vervolgens het tekenvel dicht en trek op de achterkant van de helft waar je net hebt getekend, het dier nog een keer heel precies over. Druk opnieuw hard, zodat de eerdere potloodlijntjes straks zichtbaar worden op de andere helft! Of: leg de tekening op een priklap en trek hem dan over. Het doordrukken zal dan beter gaan. Vouw dan het vel open. Je zult zien dat je insect nu heel licht op de andere helft van het tekenvel staat. Trek deze dunne lijntjes met grijs potlood over en druk opnieuw hard.
Je symmetrische insect is nu klaar om ingekleurd te worden. Ook het inkleuren moet symmetrisch gebeuren. Laat je fantasie de vrije loop!
Omlijn je tekening met zwarte viltstift. Knip hem uit met een halve cm extra wit. Plak je insect op een gekleurde ondergrond.

Beeldaspecten bij deze les: lijn.
Techniek: een symmetrische tekening maken, kleuren, omlijnen, knippen en plakken.
Beeldende termen: symmetrisch.

Door leerlingen van groep 4

Geen opmerkingen:

Een reactie posten