Op de fles: carnavalsfiguren!

Door leerlingen van groep 5

Benodigdheden:

1. wijnfles
2. kranten
3. wc-papier of keukenrol
4. schildersttape
5. behanglijm
6. plakkaatverf
7. kwasten
8. blanke lak
9. restjes (carnavals)stof
10. restjes wol/katoen/veertjes e.d.

De leerlingen maken van de kranten een grote prop, die ze met tape aan de hals van de fles bevestigen. Gebruik hiervoor geen plakband, maar stevig schilderstape. Scheur stroken van de kranten en plak die met het behanglijm over de prop tot ver over de fles, zodat ook de tape niet meer zichtbaar is. Zorg dat er ruim lijm gebruikt wordt. Als de bol op de fles glad is, kunnen de kinderen met behulp van proppen neus, ogen, oren of wat ze ook willen op de pop plakken. Weer met behanglijm. Deze proppen weer afwerken met kleine strookjes krant zodat het een glad geheel wordt. Gebruik als laatste laag wc-papier of keukenrolpapier voor een glad effect. Laat de poppen dan minimaal een etmaal goed drogen.
Na het drogen kunnen de kinderen hun pop gaan beschilderen. Aan te raden is met de lichtste kleur te beginnen. Vaak heeft de verf meerdere lagen nodig, wil je de letters uit de krant niet meer kunnen lezen.
Als de verf gedroogd is, worden de poppen afgelakt met blanke lak, zodat ze mooi gaan glanzen. Na het drogen van de lak wordt de pop verder aangekleed en verfraaid. Gebruik hiervoor restjes stof wellicht zijn er mensen die carnavalsstof over hebben?), wol, katoen, veertjes e.d. Plak deze materialen met sterke lijm op de fles en het hoofd.

Met dank aan Ruth Megens en haar leerlingen

Verlangen naar voorjaar: bloemen drukken

Door Luc, groep 6

Benodigdheden:

1. stukje linoleum van 12 bij 12 cm
2. diverse soorten en kleuren papier
3. potlood
4. gutsjes
5. drukpers
6. blockprint
7. roller
8. glasplaat
9. Engels karton 34 bij 12 cm
10. schaar
11. lijm of nietapparaat

Leerlingen tekenen een of meer bloemen op hun linoleum en gutsen dit uit. Hierdoor ontstaat een negatieve voorstelling: de bloem krijgt de kleur van het papier, de achtergrond van de bloem is in de kleur van de ver (beeldaspect: ruimte).
Vervolgens wordt deze bloem met een kleur inkt op drie verschillende soorten papier gedrukt. In deze les had ik gekozen voor gekleurd knutselpapier, bruin inpakpapier en witte geweven handdoekjes uit de automaat. Knip de drukwerken uit met 1 cm ruimte rondom. Plak of niet ze met een cm ruimte ertussen op gekleurd Engels karton. Het voorjaar kan beginnen!

Door Shania, groep 6

Weven: een pennenbakje van wol

Door leerlingen van groep 5

Benodigdheden:

1. papieren koffiebekers
2. potlood
3. liniaal
4. schaar
5. wol in diverse kleuren
6. weefnaald of plastic roerstokje met gat

Meet de omtrek van de beker en verdeel deze in een oneven aantal. Zet streepjes op de rand en knip de beker in tot ongeveer twee cm van de bodem. Zorg voor rechte lijnen! Zet eventueel een andere beker in de ingeknipte beker, zodat de vorm behouden blijft. Begin onderaan te weven en plak de eerste draad met een plakbandje onderaan de beker vast. Gebruik verschillende kleuren en verwerk eventueel kraaltjes door deze eerst aan de draad te rijgen. Werk de aanhechtdraadjes weg door ze in het weefsel terug te rijgen.

Weven: sleutelhanger van katoen

Benodigdheden:

1. sleutelhanger
2. stukje karton van 8 bij 12 cm
3. liniaal
4. potlood
5. schaar
6. katoen
7. wol
8. naald of roerstokje
9. kralen

Weven is altijd leuk om te doen, maar wat te doen met de lapjes die ontstaan? Wij maakten er een sleutelhanger van. De sleutelhangers kregen we van Albert Heijn.
Teken op de smalle kanten van het stukje karton het midden af. Zet vanuit het midden aan beide kanten om de halve centimeter 5 streepjes. Knip deze ongeveer een halve centimeter in. Wikkel katoenen draad rondom het karton, en let goed op dat de draden recht lopen. Neem een dikke naald of een roerstokje met een gat erin en weef wollen draden door het katoen. Kies kleuren die je mooi vindt.

Rijg eventuele aanhechtdraden terug in het lapje. Haal aan de bovenkant de spandraden van het karton af en trek de lussen door de ring van de sleutelhanger. Knip de draden aan de onderkant door en rijg er kraaltjes aan.

Met dank aan Lilia Bezemer

Winterbomen doorkijkje

Door Malou, groep 8

Benodigdheden:

1. gekleurd Engels karton in drie kleuren 15 bij 20 cm
2. liniaal
3. potlood
4. stanleymesje
5. snijmat
6. dubbelzijdig foamtape
7. ophanghaakje

Teken op elk vel karton een rechthoek op 2 cm van de kant. Teken binnen deze rechthoeken winterbomen, waarbij de takken aan de linker-, boven- en rechterkant het frame raken. Zorg ervoor dat de stammen van de drie bomen iets verspringen ten opzichte van elkaar (beeldaspect: ruimte).
Snijd de delen tussen de takken en naast de stam weg met een stanleymesje. Gebruik dubbelzijdig foamtape om de drie ramen aan elkaar te plakken. De lichtste kleur voor, de donkerste kleur aan de achterkant.

Bevestig een ophanghaakje aan het werk of plak er een touwtje aan.

Bloemen in het veld

Benodigdheden:

1. zwart knutselpapier 20 bij 8 cm
2. kleurpotloden
3. plakkaatverf
4. schoteltje
5. wattenstaafjes

Een simpele snelle opdracht met een groots resultaat! Teken bloemenstelen en bladeren op het zwarte vel met verschillende kleuren groen kleurpotlood. Doe plakkaatverf op een schoteltje en stempel met een wattenstaafje bloemblaadjes tussen en boven de stelen.

Landschap in patronen

Benodigdheden:

1. wit tekenpapier op A5 formaat
2. zwarte fineliners of oost-indische inkt
3. viltstiften
4. gekleurd papier voor achtergrond

De kinderen schetsen met potlood een eenvoudig landschap van overlappende bergen (beeldaspect: ruimte). De bergen worden ingekleurd met zwarte fineliner, in verschillende patronen. Een patroon is een herhaalde vorm: bolletjes, lijnen, driehoekjes, ruitjes, blaadjes—zo verschillend mogelijk. Patronen kunnen negatief en positief getekend worden: vul een berg met zwarte bolletjes, of teken bolletjes en vul de tussenliggende ruimte met zwart in, zodat de witte rondjes overblijven. Eventueel kan gekozen worden voor het inkleuren van bepaalde delen met gekleurde viltstift. Plak het werk op een gekleurde achtergrond.

Door leerlingen van groep 5

Verbonden hartjes

Benodigdheden:

1. wit tekenpapier A5 formaat
2. stukje karton
3. oliepastel
4. kleurpotlood
5. waterverf
6. pot water
7. penseel

Teken op karton een hartje en knip dit uit. Trek het met potlood meerdere keren om op een wit tekenvel, waarbij de hartjes elkaar breed overlappen (beeldaspect: ruimte). Teken ook halve hartjes aan de randen van het vel, dit heet afsnijding.  Teken binnen deze hartjes met circa een halve cm ruimte opnieuw hartjes. Teken en gum de overlappende hartjes zo dat ze door elkaar vlechten: onder - boven - onder - boven.
Kleur tussen de dubbele contourlijnen met oliepastels. Verf het vel met sterk verdunde waterverf en laat het drogen. Trek de hartjes om met kleurpotlood. Plak het vel op een gekleurde ondergrond en maak de hartjes op de lijst af met een zilverkleurige gelpen.

Hartstikke roze

Benodigdheden:

1. wit tekenpapier op A5 formaat
2. wasco
3. ecoline of vloeibare waterverf
4. penseel

Vouw het tekenvel in vieren. Knip uit eens stukje karton een hart. Trek dit hart vier keer om met potlood. Teken met wasco patronen (herhaalde vormen) in de harten: strepen, rondjes, vlekken enz. Teken ook patronen op de achtergrond van de vier vlakken.

Beschilder het hele vel met ecoline/vloeibare waterverf. Daar waar wasco zit, zal de ecoline/vloeibare waterverf niet pakken.

Concentrische cirkels in de stijl van Kandinsky

Door Rosaline, groep 3

Benodigdheden:

1. tekenpapier op A3 formaat, met 12 vakken van 10 bij 10
2. plakkaatverf in verschillende kleuren kwasten
3. kranten
4. potten water
5. papieren handdoekjes

Wassily Kandinsky (1866 – 1944) was een Russisch-Franse kunstschilder en graficus. Zijn schilderstijl behoorde aanvankelijk tot het expressionisme, soms ook wel gerekend tot het symbolisme. Kandinsky was een van de schilders die vorm gaf aan de abstracte kunst in het begin van de twintigste eeuw.

Kandinsky liet zich inspireren door muziek. Volgens zijn zelfbedachte klankleurtheorie heeft iedere kleur een eigen taal en expressie en bevat elke kleur een ziel. Kandinsky probeerde muzikale composities om te zetten in schilderijen. Hij hoorde de muziek in kleuren en in kleuren zag hij de muziek. Deze samenhang tussen muziek en kleur vormen het uitgangspunt van deze les.

Laat de leerlingen via afbeeldingen van schilderijen kennismaken met Kandinsky. Vertel dat hij tijdens het schilderen naar muziek luisterde. Bekijk het schilderij 'Vierkanten met concentrische cirkels'. Bij welke cirkel zou Kandsinky vrolijke muziek hebben gehoord? En welke muziek hoorde hij bij de donkere cirkels?

De kinderen gaan zelf een schilderij maken in de stijl van Kandinsky terwijl ze luisteren naar klassieke muziek. Tijdens deze les heb ik de vier jaargetijden van Vivaldi laten horen.

Elk kind krijgt een A3 vel met daarop 12 vakken van 10 bij 10 cm. Vertel dat er van buiten naar binnen gewerkt moet worden en dat we geen wit meer mogen zien. Probeer te voorkomen dat er twee dezelfde kleuren in een cirkel voorkomen.

Hang alle schilderen samen op een prikbord voor een prachtig groepswerk!

Door leerlingen van groep 3