dinsdag 25 februari 2014

Oefenboek begrijpend lezen, nu voor groep 6, 7 en 8

Het Beter BijLeren Oefenboek Begrijpend Lezen voor groep 6 is het derde boek in de serie oefenboeken begrijpend lezen. Doel van deze boeken is oefenen met teksten net zoals in de Entreetoets en de LOVS-toets. Veertig teksten en 500 opdrachten om thuis te oefenen. 
Ook dit boek bevat een duidelijke theoretische uitleg van alle aspecten die bij begrijpend lezen van belang zijn. Zoals: hoe vat je een tekst samen, wat zijn tekstverbanden, welke verwijswoorden zijn er, hoe kom je achter de betekenis van een moeilijk woord, welke tekstgenres bestaan er, hoe herken je ze en en wat is het doel van de schrijver hierbij. Aan de hand van 40 aansprekende teksten en meer dan 500 opdrachten kan uw kind oefenen met dat wat geleerd is. En, zoals bij alle Beter BijLeren Oefenboeken, zijn alle vragen in Cito-stijl geschreven. Geen onzinantwoorden, maar zinnige afleiders net als in de Citotoetsen.  
Dit Oefenboek Begrijpend Lezen voor groep 6 is geschreven aan de hand van de nieuwste inzichten op het gebied van begrijpend lezen. 
Wacht niet tot uw kind in groep 7 of 8 zit voordat u gaat beginnen met oefenen, maar begin direct! Uw kind heeft er zeker baat bij. Nu, en in de schooljaren die volgen.
Het Oefenboek Begrijpend Lezen groep 6 telt 133 pagina's en is het derde boek in een serie van vier (Oefenboeken Begrijpend Lezen groep 5, groep 6, groep 7 en groep 8).

Mythologische dieren


Door Mike, groep 7
Benodigdheden:
  1. tekenpapier
  2. oost-indische inkt
  3. kroontjespen
  4. zwart papier
  5. bruin inpakpapier
  6. schaar en lijm
Fabeldieren zijn wezens die in de loop van de geschiedenis in de fantasie van mensen zijn ontstaan. Fabeldieren hebben vaak menselijke trekjes. Zo kan een sfinx praten en raadsels verzinnen. De weerwolf is een mens die zo nu en dan in een wolf verandert. Vaak zijn de fabeldieren ook combinaties van andere dieren, of hebben zij een onnatuurlijk aantal lichaamsdelen (bijvoorbeeld tien koppen of zes poten).

Deze mythische wezens gaan zeer ver terug. We komen ze tegen in sprookjes, legendes en mythologische verhalen. Meer recent zullen de leerlingen ze kennen uit de boeken van Harry Potter. 

Bespreek wat fabeldieren zijn. Laat afbeeldingen zien. Wat maakt een fabeldier tot een fabeldier, m.a.w. wat is het verschil met een bestaand dier?

De opdracht is: teken met potlood de buitenranden van een fabeldier. Teken nog geen details. Trek over met oost-indische inkt. Vul het dier met patronen. Plak het op bruin inpakpapier en knip dit met 1 cm rondom uit. Plak dit vervolgens op zwart papier.  


Door leerlingen van groep 6/7

donderdag 6 februari 2014

Het beste nest


Benodigdheden:
  1. tekenpapier
  2. oliepastel
  3. vloeibare waterverf
  4. kwasten
  5. 3D tape
Het beste nest voor vogels in de winter is een kleurrijk vogelhuisje! Dit huisje beschermt de vogels tegen sneeuw en kou.
De leerlingen tekenen een vogelhuisje op een stok en kleuren deze in met oliepastel. Misschien hangt er ook wel een vetbol of een pindaslinger aan het huisje. In de lucht zie je sneeuwvlokken (witte oliepastel) en op het huisje ligt ook een laagje sneeuw.
Door leerlingen van groep 4

Schilder de achtergrond met vloeibare waterverf. Laat daarbij een rand van circa een cm rondom wit voor een extra winterse look. Teken een vogeltje op een ander stukje papier en kleur dit in. Of print een vogeltje en laat dit inkleuren. Plak het bij het huisje met behulp van een 3D tape voor een ruimtelijk effect (de tape die gebruikt worden voor het maken van 3D kaarten).