donderdag 11 december 2025

Gelukkig nieuwjaar!


Wat heb je nodig?
  • wit tekenpapier A4
  • zwart knutselpapier A5
  • wasco
  • blauwe ecoline of vloeibare waterverf
  • kwast
  • zwart en geel/oranje knutselpapier
  • geel pastelkrijt
Wat moet je doen?
  1. Teken met wasco siervuurwerk op wit papier. 
  2. Ga er met met blauwe ecoline overheen. De wasco stoot de ecoline af en de kleurtjes komen weer tevoorschijn. 
  3. Laat dit vel drogen.
  4. Knip een zwart A4 vel doormidden en knip daaruit een skyline van huizen. Plak dit op het blauwe vel. 
  5. Knip uit geel of oranje papier raampjes en plak ze op de huizen. 
  6.  Trek met geel pastelkrijt een randje langs de daken en veeg dit uit met je vinger. 
Werkstukken gemaakt door leerlingen van groep 5/6.
Beeldaspecten: kleur, vorm.

Flitsend vuurwerk

Wat heb je nodig?
  • zwart papier A-4
  • witte en gekleurde plakkaatverf
  • spatraam + oude tandenborstel
  • OF een theelepel + oude tandenborstel
  • schotel
  • foto van skyline of bekend bouwwerk
  • schaar
  • rietje
Vooraf
Spatten kan met een spatraam en een tandenborstel. Je moet het eerst even oefenen op een kladje.
Met spatraam: doop de tandenborstel in verdunde plakkaatverf en wrijf daarmee stevig over het spatraam. Niet te dicht bij het papier, anders worden de spatten te groot. 
Met theelepel: houd de theelepel in je schrijfhand en de tandenborstel in de andere. Doop de borstel in verdunde plakkaatverf en schraap met de lepel over de tandenborstel. Belangrijk: schraap naar jezelf toe! Hierdoor schieten de borstelhaartjes terug waarbij ze spatjes verf loslaten. 

Wat moet je doen?
  1. Kies een plaatje van een herkenbaar bouwwerk of een skyline. 
  2. Print en knip uit. 
  3. Leg de afbeelding op zwart papier. 
  4. Verdun witte plakkaatverf met water zodat het vloeibaarder wordt. 
  5. Spat rondom de afbeelding. Vlakbij de afbeelding spat je dichter, verder weg  dunner.
  6. Haal de afbeelding weg. Je ziet nu het silhouet van je bouwwerk of skyline. Laat dit drogen.
  7. Leg de foto terug op de plek waar hij lag. 
  8. Meng gekleurde verf met water om het dunner te maken. 
  9. Laat met een kwast een druppel verf op je werk vallen.
  10. Blaas met een rietje tegen de druppel zodat de verf zich verspreidt. Doe dit net zo vaak als je mooi vindt. Pas op, er mag geen gekleurde verf op het silhouet komen. 
Beeldaspecten: nuance, ruimte (negatieve voorstelling), kleur
Technieken: knippen, spatten, verf blazen.

woensdag 10 december 2025

Kerstengeltjes

Benodigdheden:
  1. zwart tekenpapier A4
  2. kleurpotloden in wit, geel, goud en zilver
Wat moet je doen?
  • Teken op zwart papier kerstengeltjes onder een sterrenhemel. 
  • Kleur de jurken in met patroontjes. Pas op: je hebt maar 3 kleuren!
  • Teken een kader rond het papier: strakke lijn, stippen of een ingekleurd gouden lijstje!
Tekeningen gemaakt door leerlingen van groep 7. 

dinsdag 9 december 2025

Dansende kerstbomen

Wat heb je nodig?
  1. wit papier A4
  2. potlood
  3. viltstiften
  4. zwarte fineliner 
  5. pastelkrijt
Wat moet je doen?
Dansende kerstbomen zijn kerstbomen die alleen door de vorm (rechthoekig) en versieringen (ballen, slingers en sterren) nog lijken op een kerstboom! Hun stam is veel langer dan die van de gewone bomen en door de kromming erin lijkt het alsof ze dansen.
Tekenen met potlood, inkleuren met viltstift, alles omlijnen met zwarte fineliner en dan de achtergrond inkleuren met pastelkrijt.  
Tekeningen gemaakt door leerlingen van groep 3. 
Beeldaspecten: vorm, kleur.

zaterdag 6 december 2025

Kerstbomenbos

Wat heb je nodig?
  • tekenpapier A4
  • meerdere kleurmaterialen, bv. wasco, oliepastel, waterverf, kleurpotlood, viltstift
  • geprint muziekpapier
  • lichtblauw pastelkrijt
  • zwarte markeerstift
  • schaar + lijm
  • groen papier voor achtergrond
Vooraf
Verdeel de kleurmaterialen over de tafelgroepjes: een plek met verf (plakkaat- + waterverf), een plek met krijt (wasco + oliepastel) en een plek met kleurpotlood en viltstift. Om te kleuren gaan leerlingen zitten waar het materiaal van hun keuze ligt. 

Wat moet je doen?
  1. Teken drie overlappende driehoeken. 
  2. Kleur in met verschillende materialen en patronen. Je mag alleen groen gebruiken!  
  3. Omlijn bomen en patronen met zwarte markeerstift. 
  4. Knip de bomen uit, inclusief de zwarte omlijning! 
  5. Scheur een vel met bladmuziek in stukken en plak die op een wit vel. 
  6. Kleur de achtergrond lichtblauw met pastelkrijt. 
  7. Plak de bomen op het blauwe vel.
  8. Plak je kunstwerk op een groene achtergrond.
Tekeningen gemaakt door leerlingen van groep 5 en 7. 
Beeldaspecten: kleur, lijn (patroon), nuance. 

vrijdag 5 december 2025

Kerstbomenbos in de sneeuw

Wat heb je nodig?
  • groot vel tekenpapier
  • vloeibare waterverf (of ecoline) in groen en rood 
  • oliepastel krijtjes
  • kwasten
Wat moet je doen?
  1. Teken een golvende lijn onderaan het vel: de grond. 
  2. Teken meerdere kerstbomen. Een simpele driehoek is goed. Niet alle bomen naast elkaar, maar voor en achter elkaar. 
  3. Versier de bomen met ballen en slingers.
  4. Teken cadeautjes onder de bomen. 
  5. Kleur in met oliepastel. 
  6. Teken witte sneeuwvlokken op het papier.
  7. Verf eroverheen met vloeibare waterverf, maar laat de grond wit. De bomen en sneeuwvlokken worden weer zichtbaar omdat het krijt de waterverf afstoot.
Werkstukken gemaakt door leerlingen van groep 3.
Beeldaspecten: ruimte (overlapping), kleur, vorm. 

woensdag 3 december 2025

Licht in donkere dagen

Vooraf
Print voor elke leerling een lantaarn op A4 papier. 

Wat heb je nodig?

  • tekenvel A3 formaat  
  • plakkaatverf 
  • kwast
  • schaar en lijm
  • geprinte lantaarn 
Wat moet je doen? 
  1. Schilder in het midden van het vel een lichtgele cirkel. 
  2. Schilder eromheen met kleuren die steeds donkerder worden: donkergeel, oranje, rood, donkerrood. 
  3. Schilder de laatste cirkels in blauw en donkergrijs en maak het vel vol.
  4. Laat drogen.
  5. Knip de lantaarn uit en plak die op het geschilderde vel. (Zit er nog een wit randje aan de onderdelen van de lantaarn? Geen probleem, juist mooi!) 

Beeldaspecten: kleur, nuance. 
Werkstukken gemaakt door leerlingen van groep 5. 

zondag 16 november 2025

Herfstbomen aan de waterkant


Wat heb je nodig?
  1. lichtblauw tekenpapier A4
  2. oliepastelkrijt
  3. plakkaatverf
  4. tamponneerkwasten
Wat moet je doen?
  1. Vouw het papier over de lengte doormidden. Boven de vouw is het land, onder de vouw het water. 
  2. Teken boven de vouw met oliepastels enkele bomen zonder blad in een graslandschap. 
  3. Kleur bomen, takken en gras in met oliepastels. 
  4. Teken bomen onder de vouw de opnieuw, maar kleur ze minder stevig in. 
  5. Maak bladeren aan de bomen op het land. Doe verschillende warme kleuren tegelijk aan de kwast, zodat het lijkt alsof de bladeren aan het verkleuren zijn. Meng de verf dus niet! 
  6. Vouw het vel dubbel en druk voorzichtig aan; niet wrijven! Je ziet een lichte afdruk van de bladeren: de weerspiegeling in het water. De takkenstructuur van de bomen op het land wordt weer zichtbaar, omdat een deel van de verf op de onderkant van het vel zit.
Tekeningen gemaakt door leerlingen van groep 7.
Beeldaspecten: kleur, nuance. 

woensdag 12 november 2025

Chocoladeletters?

Wat heb je nodig?

  • tekenpapier vierkant gesneden
  • wasco
  • vloeibare waterverf
  • kwast 
Wat moet je doen?
  1. Vouw het tekenpapier in 16 vierkantjes.
  2. Trek de vouwlijnen over met wasco.
  3. Teken met wasco in de bovenste rij de letters s i n t.
  4. Teken in de derde rij de letters p i e t.
  5. Teken in de andere vakjes met wasco dingen die met de Sinterklaastijd te maken hebben.
  6. Verf alle vakjes met vloeibare waterverf.
    Zorg dat er geen twee dezelfde kleuren naast elkaar komen.
Werkstukken gemaakt door leerlingen van groep 4. 

vrijdag 7 november 2025

Wijze uilen

Wat heb je nodig?
  1. wit tekenpapier A4
  2. zwarte viltstiften in verschillende diktes of Oost-Indische inkt
  3. gele ecoline of vloeibare waterverf
  4. penselen
  5. zwart papier
  6. foto's van uilen
Over de uil
Bespreek uiterlijke kenmerken van uilen aan de hand van foto's.
Uilen zijn nachtdieren. Ze slapen overdag en jagen 's nachts. Hun gezicht is rond en afgeplat. De ogen zijn groot, waardoor ze ook 's nachts goed op afstand kunnen zien. Ze kunnen hun kop 270 graden draaien en kunnen zo in alle richtingen kijken. 
Uilen hebben een haaksnavel en krachtige klauwen met veren erop. Twee klauwen zijn naar voor gericht en twee naar achter. De oren bestaan uit een opening, soms bedekt met een oordeksel. De oren moeten niet verward worden met de oorpluimen die bv. de ransuil heeft. Oorpluimen zijn  veren en zitten niet op de plaats van de oren.
De meeste uilen hebben een mix van bruine, zwarte, witte, en grijze veren. De kleuren bieden camouflage en zo kan de uil zich goed verbergen.

Wat moet je doen?
  1. Schets met potlood een uil op een tak. Denk aan de kenmerken van de uil zoals die besproken zijn. 
  2. Teken met zwarte stiften in diverse diktes patronen aan op de lichaamsdelen van de uil. Door verschillende patronen te tekenen herken je de afzonderlijke onderdelen van de uil. Maak delen donkerder door de patronen dichter op elkaar te tekenen.
  3. Kleur de ogen en de snavel geel of oranje, de rest blijft zwart.
  4. Verf de achtergrond geel met ecoline of vloeibare waterverf. Zorg dat je de tekening niet raakt, want dan loopt de inkt uit. Blijf daarom zo'n halve centimeter uit de buurt van de uil. 
  5. Plak je werk op een zwarte achtergrond.
Werkstukken gemaakt door leerlingen van groep 7. 
Beeldaspecten: lijn, vorm, nuance.