- zwart knutselpapier 20 bij 11,5 cm
- gekleurd A4 knutselpapier
- potlood
- liniaal
- schaar
- stanleymes
- snijmat
- lijm
In deze les gaat het over lijnen. Welke verschillende lijnen ken je? Rechte, zigzag, gebogen, slingerend, hoekig. Zoek met de leerlingen naar zoveel mogelijk verschillende namen voor lijnen en laat kinderen voorbeelden op het bord tekenen.
Teken op het zwarte papier met potlood 9 verschillende lijnen met ongeveer 2 cm ruimte ertussen. Knip of snijd het papier over deze lijnen netjes uit en leg de losse stukjes in de geknipte volgorde op het gekleurde papier. (Als je kiest voor meer of minder lijnen, moeten de maten van het zwarte papier natuurlijk aangepast worden.)
Trek met potlood aan de linker- en de onderkant van het gekleurde vel een lijn op 1 cm van de lange kant af. Plak de eerste zwarte strook op het gekleurde vel tegen de getekende lijnen aan. Plak vervolgens de andere stroken met ongeveer een halve cm tussenruimte op het gekleurde vel. Gebruik de potloodlijn links als steuntje.
Als alles vastgeplakt is, knip of snijd je aan de boven- en rechterkant het teveel aan papier weg zodat je een kader van 1 cm overhoudt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten