Zonnige gezichten

Benodigdheden

1. wit stevig tekenpapier van 21 bij 21 cm (A 4 in vierkant gesneden)
2. waterverf
3. kwasten en penselen
4. potten met water
5. kranten
6. dikke zwarte stiften

Na een inleiding over warme en koude kleuren krijgen leerlingen de opdracht hun vel in vieren te delen. Precies op het midden van het papier leg je een schoteltje en trekt dit om.
Schets een  zonnige gezicht: ogen (let op de positie, iets boven het midden), een neus, mond, wangen, wimpers, wenkbrauwen. De diverse onderdelen moeten niet te klein worden getekend, want alles moet straks geverfd worden en er moet ruimte zijn om alle details om te trekken met zwarte stift. Rondom het zonnige gezicht komen de zonnestralen. Ook hiervoor geldt: niet alleen lijnen, maar vormen, want er moet nog geverfd en omgetrokken worden.
De onderdelen van het zonnige gezicht worden in warme kleuren geverfd. Hierbij moeten de vier vlakken in het gezicht elk een andere warme kleur krijgen. Dit bereik je door meer of minder water aan de verf toe te voegen (beeldaspect: nuance). De koude kleuren zijn voor de achtergrond.
Als alles goed droog is, trek je alle afzonderlijke onderdelen om met een dikke zwarte stift. Ook de lijnen die het papier in vieren deelden, trek je over. Met het trekken van deze zwarte lijnen, bedek  je meteen alle oneffenheden en kleine vlekken!