zaterdag 22 augustus 2020

De vogels van George Braque les 1

door Dylan, groep 7

Benodigdheden:
  1. wit tekenpapier A3 formaat
  2. wit tekenpapier A6 formaat 
  3. linoleum
  4. guts
  5. drukpers
  6. blockprint
  7. linoroller
  8. plakkaatverf
  9. (tamponneer)kwasten
  10. schaar en lijm
George Braque (1882-1962) was een Franse schilder en beeldhouwer. Samen met Picasso was hij de grondlegger van het kubisme. In kubistische schilderijen zijn de vormen hoekig en rechtlijnig en vormen dus geen afspiegeling van de werkelijkheid. Kubisme is daarmee een stap in de richting van de abstracte kunst. De kleuren die Braque gebruikte zijn vooral wit, bruin en grijs, soms afgewisseld met olijfgroen of geel.
Na zijn kubistische tijd ging Braque over tot vereenvoudigd figuratief schilderen van landschappen en stillevens met vruchten, muziekinstrumenten en flessen. Opvallend zijn de letters en cijfers die Braque toevoegde aan deze werken. Braque maakte ook collages en gebruikte daarbij krantenpapier, toen een noviteit in de kunst.
Toen Braque ziek werd en schilderen niet meer lukte, ging hij over tot het maken van kleurenlitho's  van eenvoudige silhouetten van vogels. Diezelfde vogels zijn ook te zien in een van de plafondschilderingen van het Louvre in Parijs.

Laat enkele kubistische werken van Braque zien. Herkennen de leerlingen de stroming kubisme? Welke schilder behoorde ook tot het kubisme? (Picasso, sommige kubistische werken van Braque en Picasso lijken zowel qua vormen als kleur erg op elkaar).
Bekijk dan de litho's van vogels: google daarvoor op 'Braque + oiseaux' en bespreek de opvallende kenmerken:
  • eenvoudige vorm (silhouet)
  • achtergrond vaak blauw
  • weinig verschillende kleuren in het werk
  • vogels zijn zwart of wit 
  • vogels zijn gedrukt of geschilderd
Wat moet je doen?
Teken op A6 papier een silhouet van een vogel en neem die over op lino. Guts de achtergrond weg zodat de vogel blijft staan (positieve druk). Schilder of tamponneer op wit A3 papier een achtergrond. Maak enkele afdrukken van de vogel in zwart en/of wit en laat deze drogen. Door niet bij elk drukwerk het stukje lino met verf in te rollen, krijg je vogels in verschillende kleurnuances.
Knip de gedrukte vogels uit. Leg ze op het beschilderde vel en maak er een mooie collage van. Plak de vogels vast. Laat eventueel de vleugels wat afstaan voor een ruimtelijk effect. Werk indien nodig de achtergrond nog bij.

De achtergrond in het werk bovenaan deze post is getamponneerd met groen en blauwe plakkaatverf. Hierbij zijn de randen van het papier wit gelaten. Bij onderstaand werk is de achtergrond geschilderd en ook hier zijn de randen wit gelaten.  De gedrukte vogels zijn uitgeknipt met een randje wit eraan.

Als klaar-opdracht bij deze les staat hier les 2 over George Braque

door Quinty, groep 7

Beeldaspecten: vorm, ruimte, nuance, kleur
Technieken: linodruk, schilderen/tamponneren, knippen, plakken

woensdag 12 augustus 2020

Zoevende zebra



Deze les past mooi bij het prentenboek Zoevende zebra van Jenni Desmond: Zebra houdt van zoeven, maar zijn vrienden Olifant en Vogel hebben er genoeg van. Ze worden veel te duizelig!
Dan begint het te stormen. Olifant en Vogel zijn bang. Ze missen Zebra's vrolijke gezoef! Zebra heeft inmiddels een nieuwe vriend ontmoet...

Benodigdheden:
  1. schetspapier op A3 formaat
  2. kopieerpapier op A4 formaat
  3. thee
  4. kleuterplaksel
  5. zand
  6. kwast
  7. houtskool
  8. witte en zwarte wol
  9. schaar
In deze les werken we aan de beeldaspecten lijn en textuur. 

Verdun kleuterplaksel met een kop sterke thee. Roer er zand doorheen. Schilder hiermee het schetspapier helemaal. De gelige kleur en het zand versterken passen bij de leefomgeving van zebra's.  

Vouw een kopieervel dubbel en knip van de lange kant een stukje schuin weg voor de hals. 
Vouw het tweede kopieervel dubbel en knip een ovale vorm voor het hoofd. 
Teken op het hoofd met houtskool verticale lijnen en op het lijf horizontale lijnen. Knip oren en teken er horizontale lijnen op.
Knip stukjes wit en zwart draad en plak ze op. 

Beeldaspecten: lijn, vorm en textuur.

Technieken: knippen, plakken, tekenen met houtskool. 
Beeldende begrippen: ovaal, houtskool, voelbaar ( =  textuur), horizontaal, verticaal. 



zondag 9 augustus 2020

Levensgrote Keith Harings


Door leerlingen van groep 4

Keith Haring (VS, 1958-1990) was een Amerikaans kunstenaar. Het werk van Haring wordt als pop-art gezien, maar ook de term graffiti-art wordt gebruikt.
Al op jonge leeftijd was Haring gek op tekenen. Zijn vader, die stripverhalen tekende, was een bron van inspiratie. Door boeken en musea maakte Haring kennis met moderne kunst. Hij bewonderde het werk van Warhol, maar ook dat van Dubuffet en Christo. Vooral Christo's zienswijze sprak hem aan: kunst is niet alleen voor de elite, maar voor iedereen.
Haring ging studeren in New York. Hij ontwikkelde een eigen stijl van visuele communicatie door schilderijen, geluid en film. Hij maakte krijttekeningen in de metro, op lege billboards en op straat. Hij wilde niet commercieel zijn, kunst was immers voor iedereen, maar werd toch steeds bekender. .
Zijn eerste expositie was in 1982, met schilderijen, beelden, beschilderde stukken doek en on-site werk. In de jaren erna exposeerde hij wereldwijd. In 1990 overleed hij aan de  gevolgen van aids. 

Laat werk van Haring zien en bespreek wat opvalt:
  • stripachtige mensen
  • weinig details
  • dikke zwarte lijnen als contouren
  • felle kleuren
  • streepjes die beweging aangeven
Benodigdheden:
  1. grote vellen schetspapier (schilderpapier van de kleuters)
  2. plakkaatverf
  3. kwasten
Voorbereiding:

Plak of niet vellen papier aan elkaar zodat ze breed en hoog genoeg zijn om er een kind op te leggen. 
Verdeel de klas in groepjes van 4 leerlingen. Elk groepje bepaalt zelf welke leerling zich mag laten  omtrekken. Trek de leerlingen om met een zwarte stift of laat leerlingen dit zelf doen.
Leg het grote vel in de groep. Leerlingen schilderen de omgetrokken figuur in één kleur. Wacht tot de verf droog is en trek de figuur om met zwart en een dunne kwast. 
Schilder de achtergrond vol met patronen. 

Beeldaspecten in deze les: vorm (patronen), lijn, kleur.
Technieken: schilderen met plakkaatverf, patronen tekenen.



vrijdag 7 augustus 2020

Beeldaspecten


Om met kinderen naar kunst te kijken, geven we ze handvatten. Een van die handvatten is het kijken aan de hand van beeldaspecten. 
Een beeldaspect is een van de onderdelen waaruit een beeldend kunstwerk is opgebouwdHet is eigenlijk een "beeldende truc" die een kunstenaar toepast om zijn doel te bereiken. Een beeldaspect komt alleen voor in combinatie met andere beeldaspecten. In een kunstwerk draait het immers niet alleen om kleur, maar ook om lijnen, vormen, indeling van de ruimte etc. 

De eerste vraag die je stelt is natuurlijk: wat zie je? Beschrijf van links naar rechts wat je ziet en vertel of het om een abstracte of figuratieve voorstelling gaat. 


Vragen die je kunt stellen over de beeldaspecten:


Lijn

  • Welke soorten lijnen zie je? 
  • Welke kleur hebben de lijnen?
Vorm
  • Welke geometrische vormen zie je?  
  • Waar zie je organische vormen? 
  • Herken je patronen in het werk? 
Kleur
  • Welke kleuren zie je? 
  • Benoem de primaire/secundaire kleuren.
  • Zie je contrasten in de kleuren? 
  • Zie je complementaire kleuren?
  • Welk gevoel roepen de kleuren in het kunstwerk bij je op? (bv. rustig, saai, opdringerig)
Ruimte
  • Is er sprake van overlapping?
  • Zie je afsnijding? 
  • Hoe heeft de kunstenaar diepte aangebracht? 
  • Heeft de kunstenaar gebruik gemaakt van perspectief? 
Textuur
  • Zie je textuur? (bv. hobbels in de verf) 
Nuance
  • Zoek een kleur in het kunstwerk en bekijk hoeveel nuances je ziet. 
Tot slot kun je vragen stellen over: Licht.
  • Is het kunstwerk licht of donker? Hoe komt dit?
  • Zie je een lichtbron?
  • Zie je schaduwen? Aan welke kant? Waar staat dan de lichtbron?
  • Welke sfeer roept het kunstwerk op als je kijkt naar het licht? 

maandag 3 augustus 2020

De danseres van Degas


Door Eva, groep 6

Benodigdheden:
  1. blokje hout
  2. ijzerdraad
  3. aluminiumfolie
  4. diverse tangen
  5. secondenlijm
De Franse kunstschilder en beeldhouwer Edgar Degas (1834-1917) is beroemd door zijn schilderijen van balletdanseressen, die hij vanaf 1867 schildert. Hij wordt gerekend tot het impressionisme vanwege zijn deelname aan de eerste belangrijke tentoonstelling van de impressionisten in 1874 in Parijs. Degas zag zichzelf echter liever als een zelfstandig kunstenaar, onafhankelijk van deze stroming.
In het begin van zijn loopbaan, schilderde Edgar Degas vooral historische stukken en portretten. Zijn onderwerpen koos Edgar Degas vooral uit de theater- en balletwereld. 
Vanaf 1870 krijgt Degas problemen met zijn ogen. Hij trok zich steeds meer terug uit het openbare leven en legde zich meer toe op beeldhouwen. Edgar Degas maakte in de laatste jaren tientallen beelden van balletdanseressen, die hij soms tentoonstelde met balletkleding.

Onderstaand beeld is wellicht het beroemdst: Danseresje van 14 jaar. Het beeld is gemaakt van bijenwas, waaraan pigmenten zijn toegevoegd zodat het lijkt op een bronzen beeld. Degas voegde aan zijn danseres echt mensenhaar toe en een tutu van zijde. 
De originele versie van het beeld in bijenwas staat in het Smithsonian in Washington. De stof van de rok is uiteraard vervangen. Inmiddels zijn er 25 bronzen afgietsels van het beeld te bekijken in diverse musea. 



Bekijk werk van Degas: zijn schilderijen en beelden van balletdansers en bespreek wat opvalt. 
Met behulp van ijzerdraad maken leerlingen een poppetje. Hiervoor zijn voldoende beschrijvingen te vinden op internet (google op: ijzerdraad poppetje). Of op Youtube: how to make a wire sculpture. 

Omwikkel het geraamte met aluminiumfolie zodat een hoofd en een tutu ontstaat. Boor een gat in blokje hout, laat er een druppel secondenlijm inlopen en steek een 'voet' van de danseres daarin.  

Beeldaspecten die in deze les aan de orde komen: textuur, vorm, ruimte. 
Technieken: figuur maken van met ijzerdraad, boren. 



De stoel van Vincent van Gogh


Benodigdheden:
  1. tekenpapier op A3 formaat
  2. plakkaatverf
  3. kwasten
  4. water
  5. papieren doekjes
Vincent van Gogh (1853-1890) was een Nederlands kunstschilder. Zijn werk valt onder het postimpressionisme, een stroming die het impressionisme opvolgde. Als hij begint met schilderen, wil hij vooral gewone mensen portretteren. Hij schildert arme boeren die zwaar werk doen. De kleuren van zijn schilderijen zijn donker (de Aardappeleters). 
Hij verhuist naar  Parijs waar hij het werk van de Franse schilders leert kennen: licht en kleur zijn in hun werk belangrijk. Van Gogh verruilt de donkere kleuren voor helderder. Van de schilder Pisarro leert hij impressionistisch schilderen en zijn werken worden vrolijker van kleur.
Van Gogh krijgt angstaanvallen en laat zich opnemen in een ziekenhuis bij Arles. In de tuin van het ziekenhuis maakt hij de mooiste schilderijen. Een van de werken die daar is ontstaan, is Sterrennacht. In 1890 pleegt Van Gogh zelfmoord. Na twee jaar Parijs gaat hij naar Zuid-Frankrijk, waar hij o.a. boomgaarden en korenvelden schildert. 


Laat het werk De stoel zien. Bespreek wat opvalt: heldere kleuren, korte kwaststreken, gebruik van lichte verf op plekken waar het licht opvalt. 

Zet een stoel middenin de klas. Leerlingen tekenen de stoel na met potlood en schilderen deze op de wijze van Van Gogh. En, net als Vincent, signeren ze hun werk zichtbaar!

Beeldaspecten die in deze les aan de orde komen: kleur (heldere kleuren), ruimte (diepte, horizonlijn)

Technieken: nauwgezet natekenen van een voorwerp, schilderen op impressionistische wijze.