Door Merel, groep 5
Benodigdheden:
- gekleurd papier op A4 formaat
- wit tekenpapier op A4 formaat
- krant
- liniaal en potlood
- lijm
- wasco
- glitters
- viltstiften
Roy Lichtenstein (1923 - 1997) was een Amerikaanse popart kunstenaar. Hij is vooral bekend om zijn enorm uitvergrote striptekeningen.
Na zijn kunstopleiding in New York en Columbus ging Lichtenstein zelf lesgeven. In zijn vrije tijd schilderde hij abstracte schilderijen en maakte parodieën op Amerikaanse kunst uit de jaren twintig van de vorige eeuw.
In1960 kwam hij via Claes Oldenburg in aanraking met stijlelementen uit de reclame en stripwereld. Hij ging gebruikmaken van rasters, stippen, zwarte contourlijnen en felle kleuren, waarmee hij uiteindelijk zo beroemd is geworden. Vanaf 1962 gebruikte Lichtenstein de werken van Monet, Picasso en Mondriaan als inspiratie voor zijn eigen kunst en ging hij ook zonsondergangen schilderen in hun stijl. Veruit zijn meeste werk is echter gebaseerd op advertenties en striptekeningen.
Laat werk van Lichtenstein zien via het digiboard en bespreek de belangrijke kenmerken: primaire kleuren met soms ook groen, rasterstippen zoals we ze kennen van krantenfoto's en dikke zwarte omlijningen. Laat vervolgens stripballonnen zien zoals Lichtenstein ze maakte en bespreek deze.
Door Neil, groep 5
In deze les maken de leerlingen een stripballon in de stijl van Lichtenstein. Kies een basisvorm, bijv. een wolk of een ster. Voor het maken van de ster, zie de handleiding hieronder. De wolk of ster wordt geknipt uit gekleurd papier. Hierop komt nog een wolk of ster uit krantenpapier. Vervolgens tekenen de kinderen een actiewoord op wit papier en kleuren dit in met viltstift. Knip het woord uit. Maak een mooie compositie van sterren/wolken en het woord en plak het vast. Breng actiestreepjes aan met zwarte wasco en eventueel met glitters en lijm.
Het tekenen van een ster stap voor stap:
1. Teken een cirkel op een wit papier.
2. Trek vanaf de randen van het papier met liniaal en potlood lijnen naar de cirkel. In het schema zijn dit de zwarte lijnen.
3. Trek vervolgens lijnen vanaf dezelfde plekken, maar maak ze schuin zodat er punten ontstaan. In het schema de rode lijnen.
4. Knip de delen tussen de sterpunten weg; in het schema zijn dit de blauwe vlakken.