zaterdag 28 januari 2012

Heelal


Benodigdheden:
  1. zwart papier op A4 formaat
  2. pastelkrijt
  3. haarlak
Tijdens het project 'Ruimte' zijn deze tekeningen gemaakt door leerlingen van groep 7.
Voorafgaand een instructie over hoe je ervoor kunt zorgen dat je diepte ziet in de tekening. Dit bereik je door te zorgen voor overlapping - een planeet voor de andere. Bedenk voor je gaat kleuren goed waar het licht vandaan komt. Dit moet terug te zien zijn op de planeten. Komt het licht van linksboven, dan zijn de linkerbovenkanten van je planeten lichter van kleur (mix met wit) en de onderkanten rechts donkerder (mix met zwart).
Teken ook planeten die maar deels te zien zijn aan de rand van het vel. Hierdoor wordt de tekening spannender. Je wilt dan weten wat er nog meer te zien zou zijn (beeldaspect ruimte - afsnijding, overlapping, diepte).

Trek ronde voorwerpen van diverse grootte om of gebruik een passer. Kleur in met pastelkrijt. Let op de techniek bij dit krijt: kleuren, uitsmeren en mengen, tot je tevreden bent.
Fixeer het werk met haarlak.



door leerlingen van groep 7

Beeldaspecten: ruimte, kleur, vorm.

zaterdag 14 januari 2012

Reis door de ruimte

Door Fleur, groep 5

Benodigdheden:
  1. wit tekenpapier A5 formaat
  2. wasco
  3. dekzwart
  4. kwasten
  5. satéprikkers
  6. gekleurd papier voor de achtergrond
In het kader van een schoolproject over de ruimtereis van André Kuipers, hebben leerlingen van groep 5 deze tekeningen gekrast. Kleur een wit blaadje helemaal in met wasco, maar gebruik geen wit of zwart. Als het hele blad vol is, gaan we er met dekzwart overheen. Laat het vervolgens goed drogen. Met een naald of satéprikker krassen de kinderen hun voorstelling van een reis door de ruimte in het zwart, waardoor de onderliggende kleurtjes weer boven komen.

Door leerlingen van groep 5

vrijdag 6 januari 2012

IJsbeer stempelen

Door Zahra, groep 3

Benodigdheden:
  1. blauw knutselpapier
  2. potlood
  3. plakkaatverf in wit en zwart
  4. tamponneerkwasten of marshmellows
  5. glitter
  6. lijm
Laat zien dat een ijsbeer met eenvoudige basisvormen getekend kan worden: een cirkel voor het hoofd, twee halve cirkels voor de oren, deel van een driehoek voor het lijf. Bespreek de schaduw die onder het hoofd te zien is: welke kleur moet je daarvoor gebruiken en hoe maak je die? Vertel dat de kinderen moeten tamponneren en niet mogen verven. Laat zien hoe dit moet. Als je gebruik maakt van marshmellows, moeten ze stempelen.
Leerlingen tekenen op blauw papier het hoofd van een ijsbeer; wijs erop dat het groot moet zijn. Stempel of tamponneer het lijf en het hoofd wit. Meng zwart en wit tot lichtgrijs en breng de schaduw onder het hoofd aan. Gebruik een kwast om ogen en neus te schilderen.
Versier het werk met glitters.