zondag 28 maart 2010

Botje voor botje

Door Tanita, groep 8
Benodigdheden
  1. zwart tekenpapier op A4 formaat
  2. witte en zwarte plakkaatverf
  3. kwasten
  4. afbeelding skelet van een dier
Leerlingen zoeken een afbeelding van een skelet van een dier. Het moet een afbeelding zijn waarop de diverse onderdelen goed te zien zijn. Hoe hoger de resolutie, hoe duidelijker en groter het plaatje vaak is.
Kopieer de afbeelding naar Word. Zoek dan de Latijnse naam van het dier op en typ dit onder de afbeelding. Print het bestand uit.
Teken het skelet schetsend na op op zwart papier. Hiervoor moet  je natuurlijk heel goed kijken naar de  geprinte afbeelding.
Verf de afzonderlijke onderdelen van de tekening met onverdunde witte plakkaatverf en een dunne kwast. Eventuele fouten kunnen later hersteld worden met zwarte verf. Verf de Latijnse naam ernaast (met de kwast, of schrijf het met wit potlood als dit te moeilijk is).
Plak het zwarte vel op een witte ondergrond en maak een rand met een patroon om je werk. Denk aan botjes, voetstappen of andere dingen te maken hebben met het dier dat geschilderd is.

Door Anouk, groep 8

dinsdag 23 maart 2010

Maartse buien


Benodigdheden:
  1. wit tekenpapier op A4 formaat
  2. waterverf
  3. witte wascokrijtjes
  4. liniaal
  5. penselen
  6. potten water
Karakteristiek in het voorjaar is een weertype met buien afgewisseld door flinke zonnige perioden. In deze maand worden dat ook wel maartse buien genoemd. Engelse weerkundigen spreken overigens over ‘April showers who bring us flowers’ Meestal is het dan guur met relatief lage temperaturen en een vlagerige wind. Tussen de buien door klaart het flink op en heeft de lucht een diepblauwe kleur.

In deze les tekenen we voorjaarsbloemen in een regenbui.
Welke bloemen bloeien in maart? Maarts viooltje, narcissen, tulpen, hyacinten, blauwe druifjes.
Op een wit tekenvel schets je voorjaarsbloemen. Schets de bladeren van de bloemen met groen potlood en de bloemen met een kleurpotlood in de kleur die je later wilt schilderen. Doe dit heel dun, want anders zie je straks die potloodlijnen nog.
Trek dan langs een liniaal witte wascostrepen van boven naar beneden, ongeveer een centimeter uit elkaar. Zorg dat het wascokrijtje een scherpe punt heeft, anders worden de strepen erg breed.
Kleur met waterverf de tekening in. Gebruik water om de kleuren lichter te maken (beeldaspect: nuance). Omdat op de wasco geen water hecht, zul je de regenstralen goed blijven zien.

zaterdag 20 maart 2010

Onder moeders paraplu

Door een leerling uit groep 3

Benodigdheden:
  1. kleurplaat van paraplu
  2. plakkaatverf in blauw en wit en bruin
  3. kwasten
  4. zwarte markeerstift
  5. schaar
Deze les is een goede oefening in het mengen van kleuren. Laat de leerlingen zien hoe je, door steeds een beetje meer blauwe verf bij wit te mengen, een steeds donkerder kleur blauw krijgt (beeldaspect: nuance).
Schilder elk vak van de paraplu in een donkerder kleur blauw. Schilder de steel bruin. Trek de zwarte lijnen over met een markeerstift en knip de paraplu uit.

donderdag 18 maart 2010

Kippen in de stijl van Andy Warhol


Benodigdheden:
  1. wit papier 21 bij 14 cm
  2. viltstiften
  3. stukje karton
Verdeel het tekenvel in zes vakjes van 7 bij 7 cm. Teken op karton een eenvoudige kip en knip deze uit. Trek deze mal om in de zes vakjes. Keer de mail als je wilt dat de kip de andere kant op kijkt. Kleur de onderdelen van de kippen en de achtergronden in met felle kleurtjes viltstift. Omlijn de kippen en de onderdelen ervan met een zwarte fineliner en teken de poten.

Wilt u deze les gebruiken om leerlingen iets te leren over kleuren, pas dan de opdracht als volgt aan. Voorbeeld:

  • kleur één kip in alleen primaire kleuren
  • kleur één kip in alleen secundaire kleuren
  • kleur één kip in complementaire kleuren
  • kleur één kip in alleen warme kleuren
  • kleur één kip in alleen koude kleuren
  • kleur één kip in alleen neutrale kleuren

dinsdag 16 maart 2010

Paaskonijn


Benodigdheden:
  1. wit tekenpapier A4
  2. kleurpotloden
  3. kartonnen mal in vorm van een ei
  4. gekleurd papier als achtergrond
Schets een konijn in het midden van een tekenvel. Teken het vel helemaal vol met eieren door de mal om te trekken -  ook over het konijn heen. Overlappingen zijn verplicht!
Kleur de vlakken van het konijn in warme tinten en de achtergrond in koude kleuren. Andersom mag natuurlijk ook!

Beeldaspecten: kleur (warm-koud), vorm (ovaal), ruimte (overlapping).

zondag 14 maart 2010

De nachtmerrie van de loodgieter

Door Sander, 12 jaar
Benodigdheden:
  1. wit tekenpapier A4 formaat
  2. kleurpotloden
  3. grijs potlood
  4. fineliner
  5. gekleurd papier voor achtergrond
Loodgieter is een beroep dat zijn naam ontleent aan het gieten van stroken lood en loden pijpen. Deze stroken werden gebruikt om buizen waterdicht te maken. Nu houdt een loodgieter zich bezig met de aanleg en het onderhoud van sanitair, verwarmingsinstallaties, waterleidingen en/of riolering.

Houd een klassengesprek over het werk van de loodgieter. Bekijk de buizen onder een wasbak: hoe zijn de aansluitingen, hoe worden bochten gemaakt? Welke vreselijke dingen kan een loodgieter tegenkomen: lekkende buizen, vieze beestjes, stinkende drab.

Fantaseer met de klas over een rioolbuizenstelsel dat bewoond wordt door speciale mannetjes. Bekijk dan hoe je een buis tekent. Hoe kun je laten zien dat een buis rond is? Waar valt het licht op en waar moeten de schaduwlijntjes getekend worden? Laat dit zien op het bord.

De kinderen tekenen 'De nachtmerrie van de loodgieter' naar hun eigen fantasie. Laat de buizen wit, geef met potlood de schaduwen aan. Omlijn alles met een zwarte fineliner.
Deze opdracht is ook goed als groepsopdracht te doen. Hiervoor moeten de leerlingen afspraken maken over het doorlopen van de buizen op elkaars tekeningen.

Beeldaspecten waaraan in deze les gewerkt wordt zijn: nuance (schaduwen), ruimte (overlapping van de buizen) en vorm (geometrische vorm: cilinder).

zaterdag 13 maart 2010

Schilderen met de schaar, net als Matisse

Door Emmy, groep 7

Benodigheden:
  1. tekenpapier op A4 formaat
  2. gekleurd papier
  3. wit stencilpapier
  4. schaar en lijm
Henri Matisse is een Franse schilder en beeldhouwer die we kennen van zijn impressionistische schilderijen. Hij is echter ook bekend uit het fauvisme, een stroming die bekend staat om het gebruik van felle, nauwelijks gemengde kleuren en het weglaten van perspectief. Fauvisme wordt gezien als het begin van de moderne kunst. In de laatste jaren van zijn leven kan Matisse niet meer schilderen, en legt zich toe op het uitknippen van vormen uit geverfd papier.



Laat enkele late werken van Matisse zien, de knipselwerken, en bespreek deze. Het werk wat de basis vormde voor deze les is 'Polynesie la mer', een geknipte onderwaterscène in de kleuren lichtblauw, donkerblauw en wit.
Wat zie je op dit kunstwerk? Welke vormen zijn gebruikt? Wijs de organische vormen aan. Zie je ook geometrische vormen? Welke kleuren zijn gebruikt? Waarom heeft hij voor deze kleuren gekozen? Bekijk de rand van het werk. Welke vormen zie je en waarom zou Matisse deze gekozen hebben?

Deel de materialen uit: voor elk kind een vel tekenpapier, twee halve vellen gekleurd papier naar keuze en een vel wit stencilpapier.
Verdeel de gekleurde vellen in vier stukken en knip ze uit. Je hebt nu acht rechthoeken in twee kleuren. Plak deze om en om op het witte tekenpapier.
Vouw het stencilpapier dubbel en knip de rand eraf terwijl je organische vormen knipt. Plak deze rondom je werk (vraag eventueel hulp aan degene die naast je zit, want dit is een lastig klusje!)
Knip uit de resten waterdieren en waterplanten. Knip direct, je mag niet eerst tekenen! Maak een mooie compositie van het werk en plak alle vormen vast.

In deze les werken leerlingen aan de beeldaspecten vorm (organische vormen) en kleur (koude kleuren).
Techniek: knippen.

Door leerlingen van groep 7

woensdag 10 maart 2010

Bloemen in vingerverf

Benodigdheden:
  1. plakkaatverf
  2. schoteltjes
  3. wit tekenpapier (A2 vel in 3-en gesneden)
  4. gekleurd papier voor de achtergrond (A1 formaat)
  5. groen (crêpe)papier
  6. schaar
  7. plaksel
Geef alle leerlingen een schoteltje met plakkaatverf in blauw, geel, rood en wit. Laat hen experimenteren met het mengen van kleuren. Ze doen dit met de vingers. Laat hen blauw met geel mengen om te laten zien dat dit groen geeft. Laat zien dat je met wit kleuren lichter kunt maken (nuance) en laat ontdekken dat je bij het mengen van teveel kleuren een onbestemd bruin kleurtje krijgt.

De opdracht luidt: vingerverf je eigen bloem. Je mag zelf bedenken hoe hij eruit ziet, maar de bloem moet wel een groene stengel en groene blaadjes hebben.
Geef elke leerling een strook wit tekenpapier (A2 formaat, in drieën gesneden). Zeg dat de bloem zo hoog moet worden als het tekenpapier.
Laat de bloemen drogen en knip ze met een randje wit er nog aan, uit het papier. Plak alle bloemen op een gekleurde achtergrond. Knip van crêpepapier een strook gras en plak die ervoor.

In deze les werk je aan de beeldaspecten kleur (primair en secundair), nuance (kleuren lichter maken), ruimte (overlapping) en textuur (voelbare bloemen en gras).

Met dank aan Elise Tissing voor de les en de foto.

dinsdag 9 maart 2010

Lapjeskat

Door Kim, groep 7

Benodigdheden:
  1. wit tekenpapier op A4 formaat
  2. potlood
  3. zwarte fineliner of Oost-Indische inkt
  4. gekleurd papier als achtergrond
  5. schaar
  6. plaksel
De leerlingen bekijken foto's van katten en tekenen dan een liggende of zittende kat. Vervolgens verdelen ze de poes in 'lapjes'. Hierbij moeten ze goed kijken hoe ze de lappen verdelen: niet zomaar in het wilde weg, maar rekening houdend met de herkenbaarheid van de lichaamsdelen. De staart is dus een 'lap', evenals de achterpoot plus de dij.
Elk lapje krijgt zijn eigen getekende patronen en lijnen. De patronen moeten net als de poes zelf zijn: rond en glooiend, dus geen hoekige of rechte lijnen. De kop van de kat kun je beter wit laten, zodat ogen en snorharen opvallen.
Knip de tekening uit en plak hem om een gekleurde achtergrond.

In deze les werk je aan de beeldaspecten lijn en vorm (patronen).

Techniek: tekenen met Oost-Indische inkt; knippen en plakken.

.
Door Funda, groep 7


maandag 8 maart 2010

Dichter bij Zee


Nederlandse kinderen schreven een gedicht over de zee: Dichter bij Zee. Een jury heeft er veertig uitgekozen. Deze gedichten staan afgedrukt op borden, verspreid langs de kust van Nederland. Van Zeeland tot Groningen kun je ze tegenkomen. Een van de gedichten heb ik gebruikt voor deze opdracht.

Benodigdheden:
  1. A4 tekenpapier over de lengte doorgesneden
  2. waterverf
  3. penselen
  4. zout
  5. watervaste zwarte fineliner
  6. plaksel
  7. gekleurd papier voor ondergrond
Schrijf een gedicht over water.
Beschilder een tekenvel met waterverf in zeekleuren. Werk goed nat en strooi zout in het nog natte werk. De zoutkristallen zullen water opnemen en brengen textuur aan in het werk.
Laat het goed drogen en veeg het zout er weer af.
Scheur het geverfde vel in golvende stroken; houd het vel hierbij goed tussen je vingers en scheur in kleine 'stapjes'. Scheur zoveel stroken als je nodig hebt voor je gedicht. Schrijf op elke strook een regel. Plak alle stroken op een blauwe ondergrond. Versier je gedicht met bijpassende tekeningetjes.

Beeldaspecten bij deze les: kleur en textuur
Techniek: scheuren.

vrijdag 5 maart 2010

Wat eten we vandaag?

Door Lotte, groep 7

Benodigdheden:
  1. wit tekenpapier op A3 formaat
  2. kleurpotloden
  3. plakkaatverf en kwasten
  4. of restjes gekleurd papier en plaksel
Eten, dat moeten we elke dag. Soms is het lekker, andere keren is de maaltijd minder geslaagd.
Houd een klassengesprek over lekker eten en tafelaankleding. Welke serviesonderdelen ken je? Wat is bestek? Wat voor bestek ken je? Hoe moet het liggen op de tafel?

Teken de maaltijd die jij het lekkerst vindt. Dit kan een broodmaaltijd zijn met een beker melk, maar ook een hoofdmaaltijd met een glas water en een schaaltje sla. Alles mag, als het maar eten is.
Alles moet van bovenaf getekend worden, een glas is dus een rondje!
Teken je bord met eten, schaaltje, glas, bestek en kleur het in. Knip vervolgens alle onderdelen uit. Beschilder een vel wit papier zodat het een placemat wordt. Kies een patroon en kleuren die mooi bij je serviesgoed passen. Of beplak je placemat met restjes gekleurd papier. Als je placemat droog is, plak je de uitgeknipte onderdelen erop.

Beeldaspecten bij deze les: ruimte (van bovenaf zien), vorm.
Techniek: knippen en plakken.

Door leerlingen van groep 7

maandag 1 maart 2010

Mooie Medusa?

Door Kiki, groep 7

Benodigdheden:
  1. zwart papier op A3 formaat
  2. plakkaatverf in blauw, groen, zwart en wit
  3. kwasten
  4. potten met water
  5. papieren doekjes en kranten
Medusa is een vrouw uit de Griekse mythologie. Ooit was Medusa een prachtige vrouw. Ze woonde tot haar grote verdriet in een land waar nooit de zon scheen. Medusa smeekte de godin Athena of ze mocht verhuizen naar een zonnige streek. Toen Athena haar dit weigerde, vernederde Medusa de godin. Medusa vertelde namelijk overal rond dat Athena haar niet wilde laten gaan, omdat men anders geen aandacht meer zou hebben voor de schoonheid van Athena. 
In een andere versie van de mythe zou Medusa Athena boos hebben gemaakt door in Athena's tempel met Poseidon te gaan zoenen. De woedende Athena nam wraak door Medusa's mooie haar in een nest kronkelende slangen te veranderen. Ook zorgde Athena ervoor dat iedereen die Medusa in de ogen keek direct versteende. 
Uiteindelijk werd Medusa gedood en onthoofd door Perseus, die hierbij geholpen werd door Athena. Uit het bloed van Medusa werden het gevleugelde paard Pegasos en een reus geboren. Daarna werd Medusa's hoofd door Perseus aan Athena geschonken. Athena zette het hoofd op haar schild om zo vijanden te kunnen verstenen.

Door Diana, groep 7

Deze mythe is de aanleiding voor een tekenles: teken het hoofd van Medusa met slangenhaar in (uiteraard!) koude kleuren. Alle kinderen krijgen een groot vel zwart papier en vier kleuren verf: blauw, groen, zwart en wit. Nadat het hoofd geschetst is (niet te veel details) en de slangen zijn getekend, wordt alles ingekleurd met verf. Natuurlijk moet er veel gemengd worden, want vier kleurtjes is maar weinig. Wijs de kinderen erop dat lichte kleuren gemaakt worden door druppels donkere verf bij de lichte te mengen, en niet andersom.

Beeldaspecten die bij deze les aan de orde komen zijn: kleur (koud), nuance. 
Technieken: kleurnuances aanbrengen in verf. 

Door leerlingen van groep 7