Door Milan, groep 8
Benodigdheden:
- tekenpapier op A4 formaat
- foto van het kind
- markeerstiften, fijn en grof
- waterverf
- penselen
- behangpapier
- gekleurd papier voor achtergrond
- schaar
- plaksel
Print van foto,
Maak van de leerlingen een portretfoto en bewerk ze in een fotobewerkingsprogramma tot een portret in zwart-witte lijnen. Print voor elke leerling zijn of haar eigen tekening.
Laat enkele tekeningen in de klas zien. Waaraan herken je de leerling? Wat zijn de meest belangrijke onderdelen van het gezicht? Welke lijnen zijn nog meer belangrijk?
Geef elke leerling zijn eigen geprinte tekening. Trek met een fineliner de belangrijkste lijnen in de tekening over. Maak hierbij keuzes, want straks wordt alles met een dikke markeerstift overgetrokken en daarbij zijn details niet mogelijk. Dus: geen haren tekenen, maar wel de contouren. Vergeet bepaalde gezichtslijnen niet, bv. rondom de mond of neus.
Als het overtrekken klaar is, ga je met je tekening en een tekenvel naar het raam. Houd de tekening tegen het raam en trek deze met potlood over. Doordat je het dikke tekenpapier eroverheen legt, zul je details niet meer zien.
Ga dan terug naar de tafel en bekijk je nieuwe portret. Lijkt het op jou? Kloppen de lijnen? Zijn de ogen goed?
Neem een dikke markeerstift en trek je potloodtekening over. Schilder tenslotte je portret met waterverf. Gebruik meer water als je lichtere kleuren wilt maken.
Het portret hoeft niet in ware kleuren geschilderd te worden. Kies kleuren die je leuk vindt; haar mag ook roze of blauw, voor een heus popart portret!
Schilder de achtergrond zelf of knip je portret uit en plak het op passend behangpapier. Voor de stevigheid moet er dan wel weer een gekleurd vel knutselpapier achter.
Beeldaspecten in deze les: lijn (contourlijn, hulplijn), nuance (kleuren lichter maken in waterverf), kleur.
Techniek: bepalen van belangrijkste lijnen in een gezicht, overtrekken, schilderen met waterverf.
Door Sander en Charmaine, groep 8