dinsdag 30 november 2010

Stadsgezicht bij nacht

Benodigdheden:
  1. zwart vouwkarton 20 bij 20 cm
  2. oliepastel
  3. witte plakkaatverf
  4. afwasmiddel
  5. kwast
Op zwart papier tekenen de kinderen de contouren van eenvoudige hoge huizen/flats. Achter de hoge, op de voorgrond de lagere - overlapping. De huizen worden ingekleurd met oliepastel. Meng op een schoteltje witte plakkaatverf met wat afwasmiddel. Hierdoor blijft de verf beter op het vette krijt plakken. Omlijn de huizen met witte verf en schilder raampjes en deuren.

vrijdag 26 november 2010

Stad van papieren zakken

Door Hannah, groep 4
Benodigdheden:
  1. bruine papieren zakken
  2. tekenpapier op A3 formaat
  3. plakkaatverf in zwart, blauw en wit
  4. kranten
  5. schaar en plaksel
  6. kwasten
Voor deze opdracht heb ik de grote actiezakken voor groente van Albert Heijn gebruikt. Deze zijn van dik bruin papier en kunnen goed gescheurd worden. 

De leerlingen scheuren een aantal typische centrumgebouwen in verschillende vormen en plakken deze op een vel wit tekenpapier. Voor de hoge gebouwen staan enkele lage panden (beeldaspect ruimte: overlapping). Met blauwe of grijze verf wordt een lucht rondom de straat geschilderd. De gebouwen worden omrand met zwarte verf. Er worden ramen en deuren op geschilderd. De zijkanten van het gebouw worden ook zwart geschilderd. Hang alle werkstukken naast elkaar voor een mooie lange straat.

woensdag 24 november 2010

Ik hou van Holland

Door leerlingen van groep 8
Benodigdheden:
  1. twee stukjes linoleum van 12 bij 12 cm
  2. wit tekenpapier op A4 formaat
  3. potlood
  4. gutsjes
  5. drukpers
  6. blockprint
  7. roller
  8. glasplaat
  9. Engels karton in rood en blauw
  10. schaar
  11. lijm
Aan welke dingen denk je als je aan Holland denkt?
Maak met de kinderen een woordspin op het bord. Denk aan kaas, grachtenhuizen, tulpen, molens, koeien, klompen, stroopwafels enz.
De kinderen maken op een kladpapiertje een tekening rondom het thema Ik hou van Holland. Niet te veel details, want het moet een drukwerk worden. De tekening wordt nagetekend op beide stukjes linoleum. Als ze niet exact gelijk zijn geeft dit niet, dit is bij een tweekleurendruk zelfs leuk, omdat de voorstelling dan iets lijkt te verschuiven.
Met linomesjes in diverse maten wordt uit het eerste stukje linoleum de tekening weggesneden. Uit het tweede stukje linoleum moet de achtergrond worden weggesneden en de voorstelling zelf blijven staan (beeldaspect ruimte: positieve en negatieve voorstelling). Lijnen binnen de voorstelling moeten wel worden weggesneden.
 Laat wat druppels rode blockprint vallen op een glasplaat en rol de verf goed uit. Rol het eerste stukje linoleum helemaal in. Leg een vel tekenpapier op de drukpers en leg hierop dit linoleum. Druk de pers goed aan en haal het linoleum er weer af. Maak op hetzelfde vel papier direct een tweede afdruk, zonder nieuwe inkt op het linoleum te doen. Spoel dit eerste stukje linoleum schoon en maak op dezelfde manier twee afdrukken in blauw.

Een keer rollen, twee keer afdrukken.

Herhaal dit proces met het tweede stukje linoleum. Ook hiermee krijg je dus vier afdrukken. In totaal zijn er nu acht prints gemaakt.

2 stukjes lino, 8 afdrukken, door Sjuul groep 8

Gebruik tenslotte een of meer van de gemaakte afdrukken om een tweekleurendruk te maken. Dit doe je door bv. stukje linoleum 1 rood te maken en af te drukken op de blauwe print van linoleum 2. Zie afbeelding hieronder.

Tweekleurendruk, Evelina, groep 8

Laat de leerlingen zelf hun mooiste afdrukken kiezen en ook zelf bepalen hoe veel ze willen gebruiken voor hun eindwerkstuk. Snijd of knip de afdrukken uit met rondom 1 cm wit. Maak een mooie compositie op rood of blauw Engels karton en plak de prints op met 1 cm ruimte ertussen.

Eindcompositie van 4 prints, Malou groep 8

donderdag 18 november 2010

Mijn lievelingsdier

Door Melissa, groep 3

Benodigheden:

  1. wit tekenpapier op A4 formaat
  2. wascokrijtjes
  3. waterverf
  4. pot met water
  5. kwast
  6. gekleurd papier voor achtergrond
Na een klassengesprek over lievelingsdieren, tekenen de kinderen met wasco hun favoriete dier. Als de tekening klaar is, wordt hij ingekleurd met waterverf. Daar waar wasco zit, zal de verf niet pakken. Plak de tekening op een gekleurde achtergrond.

Door Quinty, groep 3

maandag 15 november 2010

Neon herfstblaadjes

Benodigdheden:

  1. zwart knutselpapier op A3 formaat
  2. pastelkrijt
  3. haarlak

Laat de leerlingen met potlood heel dun een aantal bladeren tekenen op het zwarte vel. Overlapping is verplicht! Smeer met de wijsvinger de krijtlijnen een beetje uit, zodat ze wat breder worden en ook wat zachter van kleur. Trek met een wit (bord)krijtje een lijn over de gekleurde lijnen en smeer die ook lichtjes uit.

Fixeer de tekening met haarlak, of maak er een mooie placemat van door hem te lamineren.

Met dank aan Rian.

zondag 14 november 2010

Gedrukte herfstbladen

Benodigdheden:

  1. zwart knutselpapier op A4 formaat
  2. gedroogde herfstbladeren
  3. witte en blauwe plakkaatverf
  4. kwast
  5. kleurpotloden
  6. stukje spons

Vraag de leerlingen voor deze les een aantal niet te grote herfstbladeren mee te nemen. De bladeren moeten plat gedroogd zijn, bv. in een telefoonboek.

Verf de achterkant van een blad met witte verf. Leg de geverfde kant op het zwarte vel. Leg hierop een vel papier en wrijf met de vlakke hand over het blad zodat er een goede afdruk ontstaat. Neem het herfstblad van het papier af. Herhaal dit met diverse herfstbladeren tot er een mooie compositie is. Wees voorzichtig met de volgende afdrukken; de verf van omliggende bladeren zal nog nat zijn. Laat het werk goed drogen. Kleur over de witte verf van de herfstbladeren met kleurpotlood. Gebruik warme herfstkleuren. Stempel tenslotte met een stukje spons de zwarte achtergrond blauw.

vrijdag 12 november 2010

Pimp de Sint!

Benodigdheden
  1. wit tekenpapier op A3 formaat
  2. grijs potlood
  3. wasco
  4. schaar en plaksel
  5. rood papier
Sinterklaas heeft er zo genoeg van om steeds die rode tabberd te dragen, altijd diezelfde ouderwetse en saaie mijter, eeuwig die zwarte veterschoenen en nooit eens een lekkere strik in zijn baard. Tijd voor een pimpbeurt! Op het bord hebben we eerst ideeën geschreven: een petje in plaats van een mijter, vlechten in de baard, gymschoenen, een bloemetjesjas of een staf met glimmende stenen of veren. Natuurlijk gooit de gepimpte sint zijn saaie grote boek op de vuilnisbelt, om plaats te maken voor een cd-rom in een fancy hoesje. Een mobieltje heeft hij ook bij zich en uiteraard ook een Ipod om naar de nieuwste Spaanse hits te luisteren. Alles mag, maar er is een beperking: er moet minimaal een ding in de tekening zijn dat doet denken aan de 'echte' Sinterklaas. Hij moet immers wel herkenbaar blijven ....
De kinderen schetsen hun Sint. Niet te veel details, dat komt met het inkleuren. Omdat er met wasco wordt gewerkt, kan er sowieso niet te priegelig worden getekend. Als de Sinterklazen klaar zijn, worden ze uitgeknipt en op een groot rood vel geplakt.
 
Door leerlingen van groep 7

woensdag 10 november 2010

Schatkaart

Door een leerling van groep 7
Benodigheden:
  1. wit tekenpapier op A4 formaat
  2. sterk gezette thee
  3. brede platte kwast
  4. kleurpotloden
  5. kaars
Het tekenen van een schatkaart is altijd spannend! Een schatkaart is een kaart die je leidt naar een schat of geheime plek. Kleine tekeningetjes geven aan wat je onderweg ziet, en de weg wordt vaak aangegeven door een stippellijntje. Schatkaarten zien er vaak wat verfrommeld of vergeeld uit, alsof ze goed verstopt zijn geweest. Kinderen kennen schatkaarten vast wel uit boeken of stripverhalen. Anders zijn ze via de plaatjeszoeker van Google te vinden.
Om de schatkaart oud en vergeeld te laten lijken, moet het tekenvel worden beschilderd met sterke thee. Doe dit op een eerder moment, zodat de vellen goed kunnen drogen voor het tekenwerk begint.


Als het vel droog is, wordt de kaart getekend die de zoeker naar de schat zal moeten leiden. Kinderen maken er verduidelijkende tekeningetjes bij en kleuren vervolgens alles in met kleurpotlood. Verplicht onderdeel van een schatkaart is natuurlijk een windroos.
Een klusje dat te gevaarlijk is om door de kinderen zelf te laten doen, maar wat wel zorgt voor een mooi verweerd uiterlijk: het wegbranden van de randen. Doe dit als leerkracht zelf!
Om de schatkaart nog iets extra's te geven, kunnen de kinderen er een geheimschrift bij bedenken. Dit geheimschrift wordt opgerold en op de kaart geplakt.
Ook leuk: verzegel de schatkaart met behulp van druppels kaarsenvet, waar je, vlak voor het vet gestold is, een muntje indrukt voor de mooie afdruk!

zondag 7 november 2010

Hoera, het is herfst!

Door Jorine, groep 8
Benodigdheden:
  1. wit tekenpapier 30 bij 20 cm
  2. potlood
  3. liniaal
  4. wascokrijtjes
  5. ecoline/vloeibare waterverf
  6. penseel
  7. pot met water
  8. gekleurd papier voor achtergrond
  9. lijm
Maak op het tekenpapier met potlood en liniaal een raster van hokjes van 5 bij 5 cm. Trek de potloodlijnen over met wasco. Trek ook wascolijnen langs de buitenranden van het papier. Maak een patroon van herfsttekeningetjes in de vakken. In deze les is gekozen voor diagonale lijnen; de voorwerpen komen in deze diagonalen steeds terug. Teken met wasco de buitenlijnen en de details. Verf de tekeningetjes met ecoline/vloeibare waterverf. Verf de vakken ook met ecoline/vloeibare waterverf. Zorg voor een regelmatig patroon. Plak het werk op een gekleurde achtergrond.


Door grotere vakken te maken, is deze les ook prima geschikt voor de middenbouw.

vrijdag 5 november 2010

Toffe totempalen

Door een groepje van drie leerlingen uit groep 8
Benodigdheden:
  1. tekenpapier op A4 formaat
  2. potlood
  3. dikke viltstiften
  4. gekleurd fotokarton
  5. schaar
  6. lijm
Totempalen zijn houten standbeeld die door sommige indianenstammen werden gemaakt en worden  gezien als heiligdom. De paal werd meestal gemaakt van het hout van de cederboom en werd vaak in bonte kleuren geschilderd.
Laat afbeeldingen zien van totempalen. Bekijk en bespreek de beeltenissen die uitgesneden zijn.

In deze les tekenen groepjes kinderen gezamenlijk een totempaal. Hiervoor moeten enkele afspraken gemaakt worden: welke breedte kiezen we voor onze paal? Welke kleuren gaan we gebruiken? Welke tekening komt op welke plaats enz.
Maak groepjes van drie of vier leerlingen. Elke leerling tekent een deel van de totempaal en kleurt deze in met viltstift. Omlijn elke kleur met een dikke zwarte stift.
Elke leerling knipt zijn totempaalstuk uit. De onderdelen moeten tot een geheel worden gemaakt en op fotokarton worden geplakt. Tenslotte wordt de buitenkant van de totempaal omlijnd met een dikke zwarte markeerstift.

Beeldaspecten in deze les: lijn, vorm.

woensdag 3 november 2010

De spin Sebastiaan

Benodigdheden:
  1. wit tekenpapier 20 bij 20 cm
  2. restjes wit tekenpapier
  3. gele wasco
  4. ecoline of vloeibare waterverf
  5. dik penseel
  6. potje water
  7. zwart knutselpapier
  8. schaar
  9. lijm
Het gedicht 'De spin Sebastiaan' van Annie M.G. Schmidt is een mooie inleiding op deze les. De kinderen tekenen een spinnenweb met een geel wascokrijtje. De handigste manier hiervoor is om eerst diagonale lijnen te trekken vanuit de hoeken van het papier. Vervolgens worden meer lijnen getekend door van boven naar beneden, van links naar rechts. De lijnen moeten allemaal door het middelpunt gaan. Hierna worden cirkels getrokken rondom het middelpunt, tot het blad vol is. Verf het vel met koude kleuren ecoline. Gebruik twee kleuren. Laat het drogen. Teken met wasco in warme kleuren een aantal bladeren op een stuk wit tekenpapier. Teken hierin ook de bladnerven. Verf de bladeren met warme kleuren ecoline. Laat de bladeren drogen.



Maak een spin van zwart knutselpapier. In het voorbeeld hierboven is de spin gemaakt van een rondje met een doorsnee van ongeveer 4 cm. Knip dit in tot het middelpunt en plak de knipkanten over elkaar zodat het middelpunt omhoog komt. Teken eventueel een kruis op de rug. Knip een kleiner cirkeltje voor het hoofd, teken er oogjes op en plak dit aan het lijf van de spin. Knip voor de poten 8 strookjes van 5 cm bij 1/2 cm. Plak de poten aan de onderkant van het lijf. Maak halverwege de poten een vouw naar binnen en op 1 cm van het eind een vouw naar buiten. Als het werk helemaal droog is, worden de blaadjes uitgenknipt en op het spinnenweb geplakt. Plak de spin vast door de onderste stukjes van de poten en eventueel de kop vast te zetten met lijm. Plak het werk op een zwarte ondergrond. Teken eventueel de spinnenweblijnen door op de achtergrond.

maandag 1 november 2010

Stad aan het water

Door Ersin, groep 7

Benodigdheden:
  1. blauw knutselpapier op A4 formaat
  2. wit tekenpapier op A3 formaat
  3. gekleurd papier en/of ribkarton
  4. schaar
  5. lijm
  6. waterverf
  7. penselen
  8. pot water
Huizen aan het water zie je vaak twee keer: in het echt en als spiegelbeeld. Dat is de kern van deze opdracht. Bekijk met de klas foto's van gespiegelde huizen en bespreek wat opvalt aan de foto's: strakke huizen, niet strakke spiegelbeelden; Heldere kleuren tegenover fletsere kleuren in het spiegelbeeld.
Geef alle leerlingen een blauw vel knutselpapier op A4 papier dat in de breedte op tafel gelegd moet worden. Met potlood en liniaal trekken de kinderen een lijn op 1 cm van de onderkant. . Uit diverse kleuren knutselpapier en/of ribkarton moeten rechthoeken in verschillende afmetingen worden geknipt; dit zijn de huizen. Het rode knutselpapier is voor daken, in de vorm van driehoeken. Knip ramen en deuren uit restjes gekleurd papier. Belangrijk is om het simpel te houden, omdat het later allemaal nageschilderd moet gaan worden! Voor de herkenbaarheid van de huizen is het slim om alle daken in dezelfde kleur te knippen. Laat de kinderen een compositie maken van de huizen op hun blauwe vel. Houd onderaan het blauwe papier een centimeter vrij, dit is het water. Begin met de achterste rij, de hoogste huizen, en leg daarna de voorste rij hier overheen. Plak de huizen, daken, ramen en deuren vast.


Als alles vast zit, moet het blauwe vel met de huizen op de bovenste helft van een wit A3 vel worden geplakt. Vervolgens worden de huizen en de details erin (ramen, deuren) in spiegelbeeld nageschilderd met waterverf. Strakke rechte lijnen zul je niet krijgen met verf, maar dat hoeft ook niet. Huizen in het water zijn immers ook niet strak meer? Verf tenslotte het water waarin de spiegeling te zien is: de witte ruimte rondom de geschilderde huizen.

Door leerlingen van groep 7