donderdag 28 januari 2010

Valentijnsharten (net als Jim Dine)


Benodigdheden:
  1. wit tekenpapier gesneden op 20 bij 20 cm
  2. stukje fotokarton van 10 bij 10 cm
  3. liniaal en potlood
  4. plakkaatverf + kwasten
  5. waterverf + penselen
  6. kleurpotloden en aquarelpotloden
  7. viltstiften
  8. pastelkrijt
  9. oliepastel
  10. diverse restjes gekleurd papier, zoals crèpepapier, ribkarton, folie, scrapboekpapier, vouwblaadjes etc.
  11. plaksel
  12. kranten, potten water en doekjes in de groepen waar dit nodig is
  13. roze of rood papier voor de achtergrond
Jim Dine, geboren in 1935 in Cincinatti (VS) is beeldhouwer en pop-art kunstenaar. Harten, stropdassen, ochtendjassen en gereedschappen zijn terugkerende thema's in zijn werk.
Laat de leerlingen kennis maken met deze kunstenaar door werken van Dine te laten zien.
In het kader van Valentijnsdag een les over harten! Roze, rood en wit zijn de basiskleuren voor vandaag!

Verdeel de verschillende tekenmaterialen over verschillende groepen in het lokaal. Stimuleer de leerlingen te experimenteren met de materialen. Wat gebeurt er als ik met waterverf over oliepastel ga? Kun je pastelkrijt en viltstift combineren? Hoe zorg ik ervoor dat mijn hartje naar voren lijkt te komen? Wat gebeurt er als ik water op vloeipapier laat lopen? Met welke materialen breng ik textuur aan in mijn hartjes?


De leerlingen krijgen een vierkant tekenvel van 20 bij 20 cm en verdelen dit in vier vakken van 10 bij 10 cm. Vouw het stukje fotokarton dubbel. Teken een half hart tegen de vouw en knip dit uit - dit is je mal. Trek de mal om in de vier vakjes van het tekenvel.

Kleur de hartjes en de achtergronden. Maak daarbij gebruik van zoveel mogelijk materialen en pas verschillende technieken toe. Iedereen mag vrij door het lokaal en gaan zitten aan de tafel waar het materiaal van zijn keuze staat. De enige beperking is het aantal stoelen dat bij een groep staat: is de groep vol, dan moet je eerst een ander materiaal of techniek gaan doen.

Als alle hartjes klaar zijn, plak je ze op een roze of rood ondervel.

Beeldaspecten in deze les: vorm (geometrisch), kleur, textuur, nuance (kleuren mengen).
Technieken: werken met meerdere materialen.

Alle werkstukken zijn van leerlingen uit groep 7 en 8

dinsdag 26 januari 2010

Ontwerp je eigen klok

Benodigdheden:
  1. uurwerkje
  2. triplex
  3. carbonpapier
  4. figuurzaag
  5. schuurpapier
  6. plakkaatverf
  7. kwast
  8. cijfers, of dingen die de cijfers voorstellen
  9. ophanghaakje
Door Liam en Tanita, groep 8

Leerlingen maken op papier een ontwerp voor een klok. Dit patroon nemen ze met carbonpapier overgenomen op triplex en uitgezaagd. Dan schuren ze alles goed glad, ook de randjes.
Schilder de klok met plakkaatverf. Plak cijfers rondom en andere dingen die mooi bij het ontwerp passen (zie de foto's). Bevestig een ophanghaakje achter de klok.

Beeldaspecten bij deze les: vorm.
Technieken: figuurzagen, schuren, ontwerpen, schilderen.

Door Luuk, groep 8

zondag 24 januari 2010

Bonte hond!


Een hondje van papier maché, beschilderd met vrolijke kleurtjes: bonte honden! Deze les past goed bij een kunstbeschouwingsles over Nikki de Saint Phalle.

Niki de Saint Phalle (1930 - 2002) was een Franse kunstschilder en beeldhouwer. Ze maakte reliëfs in gips en andere materialen. Vooral haar vrouwelijke 'Nana's' zijn beroemd. Deze grote vrouwenbeelden beschilderd in expressieve felle kleuren zijn wereldberoemd en in verschillende grote steden op de wereld te vinden.

Laat enkele beelden van Niki de Saint Phalle zien. Bespreek de opvallende kenmerken: felle kleuren, zwarte omlijning van de kleurvlakken, vaak (dikke) vrouwen zonder duidelijk gezicht.

In deze les maken de leerlingen een hond volgens de principes van De Saint Phalle.

Benodigdheden:
  1. krantenpapier
  2. wc -papier of keukenrol
  3. behangplaksel
  4. plakkaatverf
  5. kwasten
  6. blanke lak
Leerlingen scheuren een stapel stroken (ca. 5 cm breed) van het krantenpapier.

De basis voor de hond bestaat uit een langwerpige prop en een ronde prop krantenpapier. Met stroken en behangplaksel worden hoofd en romp aan elkaar geplakt. Gebruik zoveel stroken dat het hoofd stevig aan de romp vastzit en dat de overgang tussen beide lichaamsdelen een geleidelijke is geworden.
De poten maak je van rolletjes papier die je ook met stroken aan het lijf bevestigt. Zorg ook hier voor een geleidelijke overgang: poten zijn bovenaan breder.
De staart maak je van een opgerolde strook die je in het lijf drukt. Hierna beplakken met stroken.
De basisvorm voor de oren wordt gevouwen en daarna beplakt met stroken en aan de kop gemaakt. Zorg ervoor dat er zeker 6 stroken gebruikt worden om uitstekende delen vast te zetten.



Als de hond goed droog is, beschilder je hem met felle kleurtjes plakkaatverf; gebruik eventueel een zwarte markeerstift om kleurvlakken te markeren. Lak de hond af met blanke lak.

Beeldaspecten in deze les: kleur, lijn, textuur, ruimte.
Technieken: maken van een 3d object met papier maché, schilderen, omlijnen.

Bonte honden, door leerlingen van groep 7

dinsdag 19 januari 2010

Linodruk van pinguïns en ijsberen

Door Brittany, groep 8
Benodigheden:
  1. linoleum 12 bij 12 cm
  2. linogutsjes
  3. zwarte blockprint
  4. roller
  5. glasplaat
  6. carbonpapier
  7. linopers
  8. wit tekenpapier op A4 formaat
  9. zwart papier voor achtergrond
Voor deze linodrukopdracht zoeken de kinderen een foto van een pinguïn of ijsbeer. Het dier moet helemaal op de foto staan. Wijs erop dat de foto's gebruikt worden om te drukken en dat de contouren dus belangrijk zijn. Een foto van een ijsbeer van vooraf gezien, is als drukwerk misschien moeilijk te herkennen.
Elk kind krijgt een stukje linoleum van 12 bij 12 cm. Met carbonpapier trekken de leerlingen de contouren van hun dier over op het linoleum. Het is de bedoeling dat de achtergrond wordt weggesneden, zodat het dier blijft staan (positief beeld). Bij de pinguïns moet je ook de witte buik wegsnijden. Denk er dan om dat de contourlijn wel moet blijven staan! Details als ogen, lijnen die poten aangeven etc. snijd je met een klein gutsje weg.
Schud de fles blockprint goed zodat de olie zich vermengt. Druppel de verf op de glasplaat en rol dit met een linoroller goed uit. Rol het lioleum in en maak zo meerdere afdrukken. Kies de twee beste uit en plak deze op zwart papier.
Door het papier rondom de afbeelding te scheuren in plaats van te knippen, versterk je het gevoel van het dier dat op een ijsschots ziet. Zie het voorbeeld van Brittany bovenaan dit bericht.

Beeldaspecten die in deze les aan de orde komen: lijn (contour), ruimte (positieve afdruk), textuur (gescheurd papier).
Technieken: goede afbeelding kiezen, contouren bepalen, gutsen, drukken, scheuren, plakken.

Door leerlingen van groep 8

zaterdag 16 januari 2010

Pinguïn met oorwarmers

Benodigdheden:
  1. grijs papier op A4 formaat
  2. witte plakkaatverf
  3. wattenstaafjes
  4. zwart sitspapier
  5. wit behangpapier
  6. restjes gekleurd papier
  7. fleecestof
Uit zwart sitspapier knippen de leerlingen een pinguïn: een poort (tekenen op het bord). Uit behangpapier knippen ze een kleinere poort voor de buik. Plak beide delen op elkaar op een grijs vel papier.
Knip vleugels uit het zwarte papier en plak ze ook op. De ogen en snavel knip je uit restjes papier.
Voor de beugel van de oorwarmers gebruiken de leerlingen het restantje van de grote zwarte poort. Ze kunnen hier 2 cm langs knippen voor de beugel.
De oorwarmers zelf knip je uit wollige stof geknipt, evenals de sjaal.
De sneeuwvlokken stempel je met een wattenstaafje en witte plakkaatverf.

Beeldaspecten in deze les: vorm, textuur.
Technieken: knippen en plakken, stempelen.

Pinguïns met oorwarmers, door leerlingen van groep 3

maandag 11 januari 2010

In de stijl van Keith Haring

Door Pien, groep 8

 Benodigdheden:
  1. tekenpapier
  2. viltstiften
  3. zwart karton
Keith Haring is een kunstenaar die valt onder de stroming Popart. Zijn werk is ontstaan vanuit de graffitikunst en valt op door strakke lijnen en het gebruik van felle kleuren. Naast graffiti werkte Haring ook met krijt op zwarte borden en beschilderde vazen en beelden.
Haring heeft in zijn kunst een eigen herkenbare symbolentaal ontwikkeld, symbolen die bijna lijken op pictogrammen.
Laat enkele werken van Haring zien. Op http://www.haring.com/ staan alle werken. Bespreek wat opvalt:
  • stripachtige mensen
  • weinig details
  • vaak dikke zwarte lijnen als contouren
  • felle kleuren
  • geen verloop binnen de kleuren
  • streepjes die net als in strips de beweging aangeven


Door Anneke, groep 8

Leerlingen maken zelf een tekening in de stijl van Haring. Hierbij laat je zoveel mogelijk details achterwege. Probeer in je tekening een gevoel over te brengen. Kleur in met viltstift en laat rondom je ontwerp een halve cm papier wit, net als Haring deed.
Plak je tekening  op een zwarte ondergrond en zet, net als Keith Haring deed, je naam met zwarte stift ergens aan de rand van de tekening.

Tip: op Haringkids staan meer dan 80 lesideeën rondom Keith Haring.

Beeldaspecten: lijn, kleur, ruimte (overlapping, diepte).

Door Sander, groep 8

zondag 10 januari 2010

Oma's servieskast

Door Jara, groep 8

Benodigdheden
  1. wit tekenpapier op A3 formaat
  2. kwasten
  3. plakkaatverf
Sommige oma's hebben bekers en borden in allerlei soorten en maten. Het servies dat ooit compleet was, is in de loop der jaren behoorlijk uitgedund. Natuurlijk werden de kopjes en bekers wel weer aangevuld, maar een eenheid is het vaak niet meer.

Teken de servieskast van oma. Maak er een mooie, antieke kast van, met verschillende planken. Laat zien dat oma allerlei verschillende stijlen en kleuren serviesgoed heeft.
Verf alle kopjes, bekers, borden en schalen in allerlei kleuren in. Meng hiervoor de verf zodat je verschillende kleurnuances krijgt. Misschien heeft oma zelfs de planken van de kast wel in verschillende kleuren beplakt!

Beeldaspecten in deze les: kleur, vorm.
Technieken: schilderen met plakkaatverf, verf mengen, tekenen.

vrijdag 8 januari 2010

Sneeuwbollen


Benodigdheden:
  1. plakkaatverf
  2. lichtblauw en wit tekenpapier
  3. ribkarton
  4. zwarte fineliner
  5. kleine kwast
  6. glitter
  7. plaksel
Een sneeuwbol is een glazen bol waarin zich een klein tafereeltje bevindt. Als je de bol schudt, gaat het sneeuwen.

In deze les wordt de sneeuwbol getekend. Leerlingen trekken op  een blauw vel tekenpapier een schoteltje om. In de cirkel schetsen ze een winter- (of kerst)tafereel en kleuren dit in met onverdunde plakkaatverf. Als de verf goed droog is, trek je de figuurtjes om met zwarte stift.
Knip de cirkel uit en leg hem op een wit vel papier. Trek de cirkel om en knip de witte cirkel dan met een halve centimeter extra rondom uit het papier. Plak de tekening op de witte cirkel.
Knip uit ribkarton een standaard en plak beide onderdelen op een vel gekleurd papier naar keuze. Strooi een beetje glitter op kleine lijmpuntjes van de voorstelling.

Beeldaspecten in deze les: textuur, vorm.
Technieken: knippen+plakken, schilderen met plakkaatverf, omlijnen.

Door leerlingen van groep 7

maandag 4 januari 2010

Slingerende slangen

Door Bart, groep 8
Benodigdheden
  1. tekenpapier op A4 formaat
  2. kleurpotloden
  3. pastelkrijt
  4. haarlak
Slangen kronkelen zich om takken van bomen. Om niet te vallen, moet de slang om en om voor en achter de takken langs. Dit kun je goed laten zien met behulp van een stofzuigerslang en een paar stoelpoten.

Teken drie boomstammen met takken. Om de takken en de boomstammen teken jee drie of meer slangen, waarbij je goed moet letten op het voorlangs-achterlangs-voorlangs principe: gaat de slang bij de ene tak voorlangs, dan moet hij bij de volgende achterlangs om niet uit de boom te vallen!
Kleur de slangen met felle kleurtjes in waarbij je stevig drukt. Kleur de bomen zacht in met bruin.

De achtergrond kleur je in met pastelkrijt. Fixeer het werk met haarlak.

Deze les komt oorspronkelijk uit Tekenvaardig (1982)

zondag 3 januari 2010

Winterwonderland

Door Kiki, groep 8

Benodigdheden
  1. licht- of donkerblauw Engels karton
  2. oliepastelkrijtjes
  3. glitters
  4. plaksel
Bekijk bomen zoals ze er in de winter uit zien; ze zijn kaal, want alle blad is eraf. De boomstam is aan de onderkant breed en loopt naar boven toe smaller toe. Dit geldt ook voor de takken, deze worden steeds dunner.


De leerlingen schetsen met potlood een of twee bomen op het karton en kleuren deze in met oliepastels. Gebruik meer kleuren dan alleen bruin: met zwart, blauw of groen kun je textuur aanbrengen. Breng sneeuw aan op de takken met witte oliepastel. Natuurlijk hangt er onderaan de takken geen sneeuw, die zou er immers afvallen? Met plaksel en glitters maak je de sneeuw nog sprekender. In de sneeuw op de bodem kun je vlakken glitters plakken worden om de glooiing in de sneeuw weer te geven.

Beeldaspecten in deze les: textuur, kleur
Technieken: tekenen met oliepastel, textuur aanbrengen met kleur.