dinsdag 29 september 2009

Herfstblaadjes met vloeipapier

Door Floor, groep 7
Benodigdheden:
  1. wit tekenpapier op A4 formaat
  2. vloeipapier in herfstkleuren
  3. kwast
  4. pot met water
  5. witte wasco
Laat diverse vormen van boombladeren zien. Bladeren zijn organische vormen (beeldaspect: vorm). Bespreek welke kleuren bij de herfst horen: warme kleuren zoals, rood, geel en bruin (beeldaspect: kleur).
Teken met witte wasco verschillende herfstbladeren met nerven.  Scheur dan stukjes van vloeipapier; niet te klein. Plak ze vast door elke keer een deel van het tekenvel nat te maken en daar een stukje vloeipapier erop te leggen. Op deze manier vul je het hele vel. Zorg dat het vloeipapier goed nat is, zodat het kleur kan afgeven.
Laat het vel een beetje aandrogen, maar niet volledig droog worden. Trek het vloeipapier eraf en de getekende herfstbladeren zullen weer zichtbaar zijn.

maandag 28 september 2009

Bloedmooie anemonen


Benodigdheden:
  1. wit tekenpapier op A4 formaat
  2. vloeipapier in verschillende tinten
  3. dik penseel
  4. pot water
Met vloeipapier kun je prachtige bloemen schilderen zonder echt te hoeven schilderen! In deze les heb ik gekozen voor anemonen, maar andere bloemen zijn uiteraard ook mogelijk.

Om een anemoon te maken, vouw je een vloeipapiertje drie keer om tot je een rechthoek hebt. Deze rechthoek bestaat nu uit zes lagen. Knip uit de rechthoek een bloemblad - je hebt er dan meteen zes, voldoende voor een bloem!
Leg het stapeltje bloemblaadjes aan de kant en knip op dezelfde manier uit verschillende kleuren vloeipapier grote en kleine bloemblaadjes.
Maak de plek op het tekenvel waar de eerste anemoon moet komen goed nat met een penseel en water. Leg de bloemblaadjes een voor een rondom een denkbeeldige witte cirkel (hier komt later het zwarte hart van de bloem) op de natte plek. Het vloeipapier zal zichzelf vast trekken aan het tekenpapier. Plak op deze manier alle bloemen vast. Overlapping mag, en ook over de rand werken is goed. (beeldaspect: ruimte)
Knip tenslotte uit zwart vloeipapier kleine en iets grotere rondjes voor de bloemharten. Plak deze ook met water vast.
 Je zult zien dat het vloeipapier is gaan 'bloeden': het geeft kleur af. Hoe feller de kleur van het vloeipapier, hoe beter het bloedt (beeldaspect: nuance). Lichte tinten bloeden minder. De kleuren van het vloeipapier lopen in elkaar over. Als het goed is, geeft het zwarte vloeipapier kleurstralen af in de bloemen. Als dit niet het geval is, moet je er nog een keer met een kwast water overheen gaan. Voorzichtig, zodat de boel niet gaat schuiven.
 Laat het bloemenvel iets aandrogen, maar niet helemaal droog worden. Trek de bloemblaadjes er af, en je bloedmooie anemonen zijn klaar.


Met vloeipapier - - - - - - - - - Vloeipapier verwijderd

zondag 27 september 2009

Landschap van vloeipapier

Benodigdheden:
  1. vloeipapier in diverse kleuren
  2. behangerslijm, extra dun
  3. lijmkwastjes
  4. wit tekenpapier op A4 formaat
Bekijk foto's van diverse landschappen: berglandschap, vulkaanlandschap, kustlandschap, rivierlandschap, heuvellandschap, vlak landschap.
Bespreek de verschillen tussen deze landschappen.

De leerlingen gaan van vloeipapier een eigen landschap maken. Hiervoor mogen ze de velletjes alleen scheuren; geen scharen dus! Legt uit dat de landschappen van achteraf worden opgebouwd en de voorste vellen dus pas het laatst worden opgeplakt. Beeldaspect: ruimte (overlapping). Hierdoor kunnen kleuren over elkaar heen worden geplakt, waardoor je ook meer kleurnuances krijgt. (beeldaspect: nuance). Vertel dat kleuren zachter worden door er wit vloeipapier overheen te plakken. De gletsjers op de bergen in het voorbeeld zijn ontstaat door het witte vloeipapier niet helemaal met lijm in te smeren. De droge delen blijven wit, de natte delen nemen de kleur van de onderliggende kleur aan.

zaterdag 26 september 2009

Herfstbomen aan de waterkant

Door Silke, groep 7
Benodigdheden:
  1. lichtblauw tekenpapier op A4 formaat
  2. oliepastelkrijtjes
  3. plakkaatverf
  4. tamponneerkwasten
Vouw het tekenpapier over de lengte doormidden. Boven de vouw is het land, onder de vouw het water. 
De leerlingen tekenen boven de vouw met oliepastels een aantal bomen zonder bladeren in een graslandschap. Kleur bomen en gras stevig in. 
Onder de vouw is de weerspiegeling van de bomen in het water. Teken de bomen nogmaals, maar kleur ze minder stevig in. 
Geef de leerlingen schoteltjes met vijf kleuren plakkaatverf: oranje, geel, rood, bruin en groen. Maak bladeren aan de bomen op het land (de bovenste helft van het tekenvel dus) met behulp van tamponneerkwasten. Doe daarbij verschillende herfstkleurtjes tegelijk aan de kwast, zodat het lijkt alsof de bladeren aan het verkleuren zijn. Ga de verf dus niet mengen! 
Als alle bomen bladeren hebben, vouw je het vel dubbel Er ontstaat nu een lichtere afdruk van de bladerkronen aan de onderkant van het vel: de weerspiegeling in het water. De takkenstructuur van de bomen op het land zal nu ook weer zichtbaar zijn, omdat een deel van de verf nu op de onderkant van het vel zit.


Herfstbomen aan de waterkant, door leerlingen van groep 7

donderdag 24 september 2009

Bonte bladverzameling

Door Elaine, groep 7
Benodigdheden
  1. verschillende herfstblaadjes
  2. tekenpapier op A4 formaat
  3. plakkaatverf en kwasten
  4. fineliners en gelpennen gekleurd papier als achtergrond
Vraag de leerlingen herfstbladeren mee te nemen. Bekijk samen de bladeren. Bespreek de bladvormen (organische vorm) en de nerven. Voel aan de onderkant van de bladeren dat de nerven verhoogd op het blad liggen. 

Leerlingen maken op hun tekenvel een compositie van herfstbladeren, waarbij ze letten op afwisseling tussen groot en klein en op de diverse bladvormen. De blaadjes mogen elkaar ook overlappen (beeldaspect: ruimte). 
Om de blaadjes af te drukken, smeer je de onderkant in met onverdunde plakkaatverf in warme kleuren. Druk de blaadjes aan met een boek. Als je een afdruk wilt maken over een ander blad (overlapping), moet je eerst wachten tot de vorige druk droog is. Dit gaat vrij snel, omdat de nerven slechts dunne afdrukken geven. 
Zijn de afdrukken klaar en is het werk goed droog? Vul je bladverzameling dan aan met zelfgetekende blaadjes. Gebruik hiervoor fineliners en gelpennen in kleuren die bij de herfst passen. Teken de nerven heel dicht in elkaar met parallel lopende lijnen (veel dichter als bij echte blaadjes). Plak het werk tenslotte op een passende ondergrond.

zondag 20 september 2009

Aan een zijden draadje...

Benodigdheden:
  1. wit tekenpapier op A4 formaat in de lengte doorgesneden
  2. wasco
  3. waterverf
  4. penselen
  5. pot water
  6. zwarte fineliner of wit kleurpotlood
In de herfst vind je in de tuin en rondom school vaak de mooiste spinnenwebben. Vooral als de ochtenddauw op de draadjes in de zon glinstert, lijkt zo'n web een waar kunstwerkje. 

In deze les gaan de leerlingen een spinnenweb met spin tekenen, nadat ze eerst buiten hebben gekeken hoe deze eruit zien. Hoe is het web opgebouwd? Hoeveel basisdraden zie je? Hoe ziet de spin eruit? Hoeveel poten heeft hij? Hoe zien die poten eruit? 

Bovenaan een half wit tekenpapier teken je met witte wasco (zorg voor scherpe punten!) een web. Een van de basisdraden moet in het midden van het papier uitkomen, omdat daaraan straks de spin getekend wordt. Teken met zwarte wasco een spin en verbindt zijn lijf met het web door de middelste basisdraad met wit door te trekken naar beneden. 
Verf met waterverf en veel water het hele blad in een kleur naar keuze. Daar waar wasco zit, zal de verf niet pakken. Laat het werk drogen (je ziet de dauwdruppels van de waterverf op het spinrag!) en plak het dan op een gekleurde achtergrond. Teken het web verder op de achtergrond, met zwarte fineliner of wit kleurpotlood - afhankelijk van de kleur.

Katten, in de stijl van Rosina Wachtmeister

Door Hariet en Kiki, groep 7

Benodigheden:
  1. dik tekenpapier op A3 formaat
  2. plakkaatverf in verschillende kleuren, waaronder zilver
  3. kwasten
  4. kranten
  5. potten water
  6. papieren doekjes
Rosina Wachtmeister 
Rosina Wachtmeister (1939) is een Oostenrijkse kunstenares die zich specialiseerde in collages met verschillende materialen. Daarbij verwerkt ze vaak zilver- en goudfolie in haar tekeningen. Het vroege werk van Rosina Wachtmeister bestaat uit gebeeldhouwde marionetten die ze in haar eigen poppentheater gebruikte. 
In 1974 kwam Rosina Wachtmeister met haar eerste grote liefde naar het Italiaanse Capena bij Rome. Voor haar werk laat ze zich inspireren door de voor haar alledaagse dingen: de rust van Capena, de zon, haar katten en muziek.
We bekijken een aantal schilderijen van Wachtmeister en bespreken de dingen die opvallen:
  • In elk schilderij gebruikt ze de kleur zilver.
  • Gezichten zijn ingedeeld in kleurvlakken.
  • Het kleurgebruik is vaak warm.
  • De achtergronden zijn vrolijk versierd.
  • De schilderijen stralen vrolijkheid uit.
  • De figuren zijn met dikke (gekleurde of zwarte) lijnen omgetrokken.
  • Sprekende ogen als gevolg van omlijning.
De kinderen tekenen met potlood een of meer katten op het tekenvel en beginnen dan snel met schilderen, waarbij ze de kenmerken van Rosina Wachtmeisters stijl toepassen. De lijnen om de figuren worden pas op het laatst met een dun penseel getrokken. Zo krijg je een goede afscheiding tussen de voor- en achtergrond en kun je mooi nog wat oneffenheden en vlekken wegwerken. 
Als de schilderijen droog zijn, plakken we ze op een passende ondergrond. Natuurlijk moet het werk, net als Wachtmeister doet, gesigneerd worden met de naam van de maker!

Door Kirsten en Nikki, groep 7

zaterdag 19 september 2009

Diep in de zee

Door leerlingen van groep 7
Benodigdheden:
  1. wit tekenpapier op A4-formaat
  2. witte wascokrijtjes
  3. waterverf
  4. penselen
  5. zout (niet te fijne korrels)
Diep in de zee leven veel verschillende dieren, en niet alleen vissen! Maak een woordveld over zee- of oceaandieren en bekijk foto's van verschillende dieren.

De leerlingen tekenen met witte wasco op een wit tekenvel een zeedier, ook de details. Niet te veel details tekenen, want er moet ruimte overblijven voor de kleur: daar waar wasco zit, zal de waterverf niet pakken. Eventueel kun je nog waterplanten tekenen. 
Als de tekening klaar is, verf je het dier met waterverf en een dun penseel. Je mag de witte lijnen raken, maar ga er niet overheen met de verf, anders krijgt je achtergrond straks dezelfde kleur als het dier. 
Verf de achtergrond in kleuren van de zee: blauw en groen. Gebruik hierbij veel water, zodat de kleuren mooi in elkaar overlopen (nat-in-nat techniek). 
Als alles geverfd is, strooi je zout over de nog natte achtergrond. Het zout neemt water op, en dit geeft een mooi sprankelend effect als het werk straks droog is. Veeg de zoutkorrels met je hand weg als het werk droog is. 

dinsdag 15 september 2009

Heteluchtballonnen

Door leerlingen van groep 8
Benodigdheden:
  1. wit tekenpapier
  2. viltstiften
  3. fineliner
  4. waterverf
  5. kwast en pot water
  6. schaar en plaksel
  7. gekleurd papier als achtergrond
  8. dun touw
Heteluchtballonnen kennen we allemaal. Bij mooi weer zien we ze soms boven de huizen varen. 
We bekijken foto's van luchtballonnen en bespreken hoe ze eruit zien: we kijken naar het kleurgebruik, de reclameboodschappen, de vorm en de grootte. We bekijken hoe de manden eruit zien en ontdekken dat je, als je beneden staat te kijken, ook de onderkant van de mand ziet. Op een foto met meerdere luchtballonnen zien we dat de ballonnen steeds kleiner worden naarmate ze verder weg zijn (beeldaspect: ruimte).

Verf je tekenvel met waterverf lichtblauw. Gebruik veel water! 
Terwijl dit vel ligt te drogen, teken je op een ander tekenvel drie of vier luchtballonnen (een grote, een middelgrote en een of twee kleinere) en kleurt deze in met viltstift. Knip de ballonnen uit. 
Vervolgens teken je manden, met daarin silhouetten (zwarte fineliner) van ballonvaarders. Ook deze knip je uit. 
Plak het lichtblauw geverfde vel op een grote vel gekleurd papier. Maak een compositie van de ballonnen met een of twee overlappingen (beeldaspect ruimte). Laat de ballonnen ook over de gekleurde rand vallen. 
Plak de ballonnen en mandjes vast; plak de hoofden niet vast, maar buig ze iets terug zodat het lijkt alsof de mensen over de rand van de mand kijken. Plak stukjes touw tussen de manden en de ballonnen. 
Dit is ook een leuke opdracht om als groepswerk laten doen.

Kijk nou: Delfts blauw!

Door Pernille, groep 7

Benodigdheden:
  1. witte papieren bordjes zonder plastic laagje
  2. viltstiften in diverse kleuren blauw
  3. voorbeelden van Delfts blauwe motieven
Delfts blauw is aardewerk met blauwe versieringen dat van oudsher in Delft wordt gemaakt. Het ontstond aan het einde van de 16e eeuw als goedkoop alternatief voor het blauwwitte Chinese porselein. Het Delfts blauw werd zeer populair en beleefde een bloeiperiode in de periode 1650-1750, toen er in Delft zo'n honderd aardewerkfabrieken actief waren. Door de opkomst van goedkoper Engels aardewerk raakte het Delfts blauw in verval. 
Tegenwoordig is er nog één fabriek in Delft die 'echt' Delfts blauw produceert: De Porceleyne Fles. Alle borden, vazen, schalen, kopjes, tegels enz. worden met hier met de hand beschilderd. Op de site van de Porceleyne Fles zijn vele foto's te vinden van Delftsblauw aardewerk. 

Bekijk met de kinderen een aantal van deze foto's en bespreek welke motieven en afbeeldingen er op het aardewerk te zien zijn. Bekijk de diverse kleuren blauw en bespreek hoe je met zo weinig verschillende kleuren toch een duidelijke afbeelding kunt maken. Laat de kinderen diverse borden zien met verschillende randen en laat hen verwoorden dat randen en patronen uit regelmatig terugkerende vormen bestaan. 

De kinderen ontwerpen hun eigen Delfts blauwe bord. Ze krijgen hiervoor alleen blauwe viltstiften (fineliners, dikke en dunne stiften). Laat hen eerst op de achterkant oefenen om te ervaren hoe de inkt van de stiften eventueel uitloopt. 
Op de rand van het bord moeten patronen worden getekend. Een patroon is een herhalende vorm.De rand van het bord zal niet helemaal glad zijn, maar inkepingen hebben. Tel deze goed en bereken over hoeveel inkepingen het patroon dan moet lopen, zodat je goed uitkomt. 
Hoe het middengedeelte ingevuld wordt, is vrij: voorstelling, patronen of leeg.

Alle bordjes zijn getekend door leerlingen van groep 7

zondag 13 september 2009

Woestijnlandschap

Benodigdheden:
  1. bruin knutselpapier op A4 formaat
  2. pastelkrijtjes
  3. haarlak
  4. houtlijm
Bespreek en bekijk foto's van woestijnlandschappen. Wat zie je? Wat valt je op aan de kleuren? Welke beplanting kom je tegen in woestijnen? 

Schets met potlood een eenvoudig landschap met weinig details. Trek de schetslijnen over met houtlijm. Oefen het tekenen met lijm eerst op een kladblaadje! Laat de lijm goed drogen: de lijm is droog als de lijnen niet meer wit, maar doorzichtig zijn. 
Kleur de tekening in met pastelkrijtjes. Gebruik kleuren door elkaar, je kunt ze namelijk goed mengen door er met je vinger overheen te vegen. Maak hier veelvuldig gebruik van! 
Als de tekening klaar is, spuit je hem in met haarlak om het krijt te fixeren.

Lijnen in beweging

Benodigdheden:
  1. wit tekenpapier op A4 formaat
  2. grijs potlood
  3. zwarte fineliner
  4. dikke viltstiften
Een les om te ervaren hoe lijnen een beweging kunnen accentueren. 
Bekijk vooraf met de leerlingen hoe de ledematen staan bij een beweging. Vraag een leerling voor de klas om bewegingen te laten zien. Hoe staan de armen en benen dan?  Naar welke kant buigt een arm/been?
Op het papier teken je met grijs potlood drie of vier figuurtjes in beweging. Het gaat om simpele figuren, bestaand uit bolletjes en strepen. Trek de figuurtjes over met fineliner over. Laat de binnenkant van de cirkels wit. 
Trek rondom de figuurtjes viltstiftlijnen in twee kleuren. Oefen dit eerst op een kladje om te zien hoe de kleuren reageren als ze door elkaar lopen. De lijnen zullen steeds glooiender worden en daarmee de beweging van de figuurtjes accentueren. 
In het voorbeeld is gekozen voor twee kleuren die dicht bij elkaar liggen (beeldaspect: nuance). Minder spectaculair misschien, maar ook minder geklieder! En een goede motorische oefening!


Door Rens en Milan, groep 8

zaterdag 12 september 2009

Er is er een jarig ... in de stijl van Wayne Thiebaud


Er is er een jarig, en die tekent een taart net als Wayne Thiebaud!

Aan het begin van het schooljaar maken we in de klas altijd een verjaardagskalender. Elke leerling maakt zijn eigen kalenderblad, met daarop zijn of haar naam en geboortedatum. Tijdens deze les maken de leerlingen kennis met het werk van de Amerikaanse schilder Wayne Thiebaud (1920). Thiebaud valt onder popart en is vooral bekend om zijn schilderijen van taarten, ijs en andere lekkere dingen.
We bekijken enkele van zijn werken en bespreken deze. Op het bord maken we een woordveld van allerlei dingen waar je aan denkt als je je verjaardag viert.

Benodigdheden:
  1. wit tekenpapier op A4 formaat
  2. kleurpotloden
  3. liniaal
Aan de buitenranden van het tekenvel trekken de leerlingen een kader ter breedte van hun liniaal. Binnen dit kader tekenen ze een grote verjaardagstaart, zoals zij die zelf graag zouden zien voor hun verjaardag. Onder de taart in getekende letters de naam van de leerling, boven de taart de datum van de verjaardag. De randen rechts en links worden versierd met allerlei dingen die volgens het kind bij een verjaardag horen.

dinsdag 8 september 2009

De geest in de fles


De geest in de fles is een sprookje van de gebroeders Grimm.

Korte inhoud van het verhaal:
Een houthakker wil zijn zoon laten studeren, maar het geld van de vader is op voor de studie is afgerond. De jongen leent de bijl van de buurman en gaat zijn vader helpen. Tijdens zijn werk in het bos hoort de zoon een stem roepen. De jongen ziet een glazen fles waarin iets rondspringt. Hij haalt de kurk van de fles en er stijgt een geest op. De jongen zegt niet te geloven dat de geest in de fles heeft gezeten en de geest bewijst dit dan. De jongen doet snel de kurk weer op de fles en stopt hem in het hol terug. De geest roept opnieuw en belooft de jongen te dienen. De jongen haalt de kurk van de fles en krijgt een lapje dat eruitziet als een pleister. Als hij met één kant over een wond strijkt, zal hij genezen. Met de andere kant zal staal en ijzer in zilver veranderen. De jongen snijdt in de boom en strijkt met de ene kant van de pleister, waarna de snee dichtgroeit. De jongen wil een boom omhakken, maar de bijl buigt om want hij is nu van zilver. De vader weet niet hoe hij de buurman terug moet betalen, een scheve bijl is waardeloos. De zoon brengt de bijl naar de goudsmid en krijgt veel geld. Hij kan weer studeren en kan met zijn magische pleister alle wonden genezen. Hij wordt de beroemdste dokter van de wereld.
Bron: Wikipedia.

http://www.beleven.org/verhaal/de_geest_in_de_fles voor het volledige verhaal.

Benodigdheden:
  1. wit tekenpapier op A4 formaat
  2. zwart papier op A4 formaat
  3. waterverf
  4. penselen en water
  5. zout
  6. oliepastelkrijtjes
  7. schaar en plaksel
Lees het verhaal voor en bespreek hoe een geest eruit zou kunnen zien.
Beschilder het witte vel met waterverf. Gebruik veel water zodat de kleuren licht zijn en in elkaar overlopen. Laat druppels waterverf op het natte vel vallen, zodat ze uitlopen. Strooi er zout op als het nog nat is voor een sprankelend effect.
Knip een cirkel van wit papier en beschilder deze met gele/oker waterverf, de maan.
Laat het natte vel papier goed drogen en leg het dan onder een dik boek zodat het vlak wordt.
Teken op het zwarte vel met witte oliepastel een fles. Teken rondom grassprieten. Teken op de achterkant van het met waterverf beschilderde vel een geest, zoals jij denkt dat een geest er uit ziet. Knip deze uit en plak hem op het zwarte vel, zodat het lijkt alsof hij uit de fles komt. Plak de maan erbij.

zondag 6 september 2009

Zon(nebloem)

Benodigdheden:
  1. wit tekenpapier van 16 bij 16 cm
  2. viltstiften
  3. liniaal
  4. potlood
  5. passer

Verdeel het vel tekenpapier in vier blokken van 8 bij 8 cm. Trek met een passer een cirkel vanuit het middelpunt met een straal van 5 cm. Trek 1 cm van de kanten af een lijn, het kader (zie schema). Teken zonnestralen rondom de zon.
Kleur van binnen naar buiten. Kies twee kleuren en begin bij een kwart van het hart van de bloem. Kleur dit met kleur 1. Kleur de aangrenzende bloemblaadjes in kleur 2 en de achtergrond van de bloemblaadjes weer in kleur 1. Het deel van het kader wat dan volgt in kleur 2. (dambordpatroon) Ga door met het volgende kwart en laat de kleuren daarbij verspringen.
Kies eventueel complementaire kleuren of kleurnuances als dat het doel van de les is.

zaterdag 5 september 2009

Schatten van het strand

Benodigdheden:
  1. wit tekenpapier op A4 formaat
  2. aquarelpotloden of waterverf
  3. penselen en water
  4. zwart papier
  5. schaar en lijm
  6. zwarte fineliner
Na de vakantie is het leuk om te tekenen wat je aan het strand hebt gevonden: schelpen, zeesterren, krabbetjes, scheermesjes...
Verdeel een wit A4-vel in vier stroken van 7 cm hoog. Teken in deze vier vakken vier horizonlijnen. Teken diverse dingen die je aan het strand kunt vinden, en schets daarbij zo dun mogelijk. Kleur de onderdelen in met waterverf of aquarelpotloden, waarbij je kleurnuances aanbreng door meer of minder te verdunnen.
Verf het strand goudgeel en de lucht blauw.
Als alles droog is, worden de schelpen omrand met een zwarte fineliner.
Knip de vier stroken los en plak ze met een centimeter tussenruimte op een zwart vel papier: een vitrine met schatten van het strand!

Grachtengordel

Door Anne, groep 8
Benodigdheden:
  1. wit tekenpapier op A4 formaat
  2. oost-indische inkt of fineliner
  3. potlood
Grachtenhuizen kennen verschillende gevels: de trapgevel, halsgevel, klokgevel, tuitgevel, lijstgevel en tuitgevel. 
Laat de vijf gevelvormen op het digibord zien en bespreek ze. 
Zoek op internet foto’s van grachtenhuizen of laat de kinderen deze zelf zoeken. (zoekterm canal house of grachtenhuis). Bespreek de andere kenmerken van grachtenhuizen: trap ervoor, jaartal erop, symmetrie in de ramen, luiken, ornamenten enz.

Geef alle kinderen een tekenvel en spreek af dat ze allemaal op 5 cm van de onderkant een lijn zetten. Dit is de gracht. Later kunnen dan alle tekeningen aan elkaar geplakt worden tot een lange grachtengordel.

Zet de huizen met potlood -schetsend- op het tekenvel. Geef aan waar de ramen komen, de trapjes, de deuren en hoe de gevels eruit zien. Teken met Oost-Indische inkt de huizen af. Door het gebruik van Oost-Indische inkt is het werken met een liniaal niet mogelijk. Niet erg, want de huizen zien er door die minder strakke strepen ook meteen wat ouder uit!

dinsdag 1 september 2009

Herinnering aan de zomer 2

Benodigdheden:
  1. vierkant tekenpapier, 20 bij 20 cm
  2. kleurpotloden
Verdeel het tekenpapier in vier vakken. Teken in elk vak een herinnering aan de zomer die voorbij is. Versier de vakken met vier verschillende randen.