Door Floor, groep 7
Benodigdheden:
- wit tekenpapier op A4 formaat
- vloeipapier in herfstkleuren
- kwast
- pot met water
- witte wasco
In de praktijk geteste teken- en handvaardigheidslessen voor het basisonderwijs.
Door Floor, groep 7
Benodigdheden:
Benodigdheden:
Met vloeipapier - - - - - - - - - Vloeipapier verwijderd
Van oudsher houden mensen ervan om zich te versieren. Waarmee versieren mensen zich? Is dit in alle landen hetzelfde? Houd een klassengesprek over versieringen en maak op het bord een woordwolk met ideeën die de kinderen inbrengen.
Elk kind krijgt twee gekleurde vellen papier; een voor de achtergrond en een voor het hoofd. Vouw het vel waaruit het gezicht geknipt gaat worden dubbel en teken tegen de vouw aan de vorm van een gezicht. Vergeet de oren niet! Knip het gezicht uit en plak het op de achtergrond met een beetje ruimte eronder. Niet plat plakken dus. Knip uit restjes papier of stof ogen, een neus en een mond en plak deze op. Versier het gezicht met de materialen die voorhanden zijn. Denk aan oorbellen, bril, haren, kraag van een bloes, make-up, ketting enz.
Door leerlingen van groep 7 (foto Willem Wienholts)
Door Silke, groep 7
Benodigdheden:
Vouw het papier over de lengte doormidden. Boven de vouw is het land, onder de vouw het water. De kinderen tekenen boven de vouw met oliepastels een aantal bomen zonder bladeren in een graslandschap. De bomen en het gras moeten stevig worden ingekleurd. Onder de vouw is de weerspiegeling van de bomen in het water. De bomen worden nogmaals getekend, maar veel minder dik ingekleurd. Geef de leerlingen schoteltjes met vijf kleuren verf: oranje, geel, rood, bruin en groen. Met plakkaatverf en tamponneerkwasten worden bladeren aan de bomen op het land gemaakt. Laat de leerlingen verschillende herfstkleurtjes tegelijk aan de kwast doen, zodat het lijkt alsof de bladeren aan het verkleuren zijn. De verf dus niet door elkaar mengen! Als alle bomen bladeren hebben, moet het vel dubbelgevouwen worden. Er ontstaat nu een lichtere afdruk van de bladerkronen aan de onderkant van het vel: de weerspiegeling in het water. De takkenstructuur van de bomen aan het land zal nu ook weer zichtbaar zijn, omdat een deel van de verf nu op de onderkant van het vel zit.
Herfstbomen aan de waterkant, door leerlingen van groep 7
Benodigdheden
Laat de kinderen herfstbladeren meenemen. Bekijk samen de bladeren. Bespreek de bladvormen en de nerven. Voel aan de onderkant van de bladeren dat de nerven verhoogd op het blad liggen. De kinderen maken een mooie compositie van herfstbladeren op hun tekenvel waarbij ze letten op afwisseling tussen groot en klein en op de diverse bladvormen. De blaadjes mogen elkaar ook overlappen. Om de blaadjes af te drukken, worden ze aan de onderkant ingesmeerd met onverdunde plakkaatverf in herfstkleuren. Druk de blaadjes aan met een boek. Als je een afdruk wilt maken over een ander blad (overlapping), moet je eerst wachten tot de vorige druk droog is. Dit gaat vrij snel, omdat de nerven slechts dunne afdrukken geven. Als alle afdrukken klaar zijn en het werk goed droog is, vul je je bladverzameling aan met zelfgetekende blaadjes. Gebruik hiervoor fineliners en gelpennen in kleuren die bij de herfstpassen. Teken de nerven heel dicht op elkaar (veel dichter als bij echte blaadjes). Plak het werk tenslotte op een passende ondergrond.
Benodigdheden:
In de herfst vind je in de tuin en rondom school vaak de mooiste spinnenwebben. Vooral als de ochtenddauw op de draadjes in de zon glinstert, lijkt zo'n web een waar kunstwerkje. In deze les gaan de leerlingen een spinnenweb met spin tekenen, nadat ze eerst buiten hebben gekeken hoe deze eruit zien. Hoe is het web opgebouwd? Hoeveel basisdraden zie je? Hoe ziet de spin eruit? Hoeveel poten heeft hij? Hoe zien die poten eruit? Bovenaan een half wit tekenpapier wordt met witte wasco (zorg voor scherpe punten!) een web getekend. Een van de basisdraden moet in het midden van het papier uitkomen, omdat daaraan straks de spin getekend wordt. Teken met zwarte wasco een spin en verbindt zijn lijf met het web door de middelste basisdraad met wit door te trekken naar beneden. Verf met waterverf en veel water het hele blad in een kleur naar keuze. Daar waar wasco zit, zal de verf niet pakken. Laat het werk drogen (je ziet de dauwdruppels van de waterverf op het spinrag!) en plak het dan op een gekleurde achtergrond. Teken het web verder op de achtergrond, met zwarte fineliner of wit kleurpotlood - afhankelijk van de kleur.
Benodigheden:
Rosina Wachtmeister (1939, Oostenrijk)
Rosina Wachtmeister (1939) is een Oostenrijkse kunstenares die zich specialiseerde in collages met verschillende materialen. Nu nog verwerkt ze vaak zilver- en goudfolie in haar tekeningen. Het vroege werk van Rosina Wachtmeister zijn gebeeldhouwde marionetten. Deze marionetten gebruikte ze in haar eigen poppentheater. In 1974 kwam Rosina Wachtmeister met haar eerste grote liefde naar het Italiaanse Capena bij Rome. Voor haar werk laat ze zich inspireren door de voor haar alledaagse dingen: de rust van Capena, de zon, haar katten en muziek.We bekijken een aantal schilderijen van Wachtmeister en bespreken de dingen die opvallen:
De kinderen tekenen met potlood een of meer katten op het tekenvel en beginnen dan snel met schilderen, waarbij ze de kenmerken van Rosina Wachtmeisters stijl toepassen. De lijnen die om de figuren worden pas op het laatst met een dun penseel getrokken. Zo krijg je een goede afscheiding tussen de voor- en achtergrond en kun je mooi nog wat oneffenheden en vlekken wegwerken. Als de schilderijen droog zijn, plakken we ze op een passende ondergrond. Natuurlijk moet het werk, net als Wachtmeister doet, gesigneerd worden met de naam van de maker!
Door Kirsten en Nikki, groep 7
Benodigdheden:
Heteluchtballonnen kennen we allemaal. Bij mooi weer zien we ze soms boven de huizen varen. We bekijken een aantal foto's van luchtballonnen en bespreken hoe ze eruit zien: kleurgebruik, reclameboodschappen, vorm, grootte. We bekijken hoe de manden eruit zien en ontdekken dat je, als je beneden staat te kijken, ook de onderkant van de mand ziet. Op een foto met meerdere luchtballonnen zien we dat de ballonnen steeds kleiner worden naarmate ze verder weg zijn.
De leerlingen verven een wit tekenvel met waterverf lichtblauw. Gebruik hierbij veel water! Als dit vel ligt te drogen, tekenen ze een drie of vier luchtballonnen en kleuren deze in: een grote, een middelgrote en een of twee kleinere. Vervolgens worden bij de luchtballonnen manden getekend, met daarin de silhouetten (zwarte fineliner) van ballonvaarders. Ook deze worden uitgeknipt.
Als het lichtblauwe vel droog is, wordt het op een gekleurde achtergrond geplakt. Dan moet een compositie van de ballonnen worden gemaakt, met een of twee overlappingen. Laat de ballonnen ook over de gekleurde rand vallen voor een mooi effect. Plak de ballonnen en mandjes vast; plak de hoofden niet vast, maar buig ze iets terug zodat het lijkt alsof de menzen over de rand van de mand kijken. Plak stukjes touw tussen de manden en de ballonnen. Eventueel kunnen nog wolken (watten) opgeplakt worden.
Dit is ook een leuke opdracht om als groepswerk laten doen.
Door Pernille, groep 7
Benodigdheden:Benodigdheden:
Door Rens en Milan, groep 8
Benodigdheden:
Benodigdheden:
Door meisjes uit groep 7 en 8
Benodigdheden: